Van de Voleinding.
LXXXV. DERDE REEKS. XXII. Toen zeide Adam: e vrouwe, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeft mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten. £n de HEERE God zeide tot de vrouwe: at is dit, dat gij gedaan ...
„Ik leef en gij zult leven”.
[PAASCHFEEST] Nog eenen kleinen tijd, en de wereld zal mij niet meer zien; maar gij zult mij zien; want ik leef, en gij zult leven. Johannes 14 : 19. Geen meer bezielde toeroep kan oas op 't feest van Pascha toekomen, dan 't woord va ...
„Liever dan deze”.
Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: imon Jonas' zoon, hebt gij mij liever dan deie? Hij zeide tot hem: a, Heere, gij weet dat ik u liefheb. Hij zeide tot hem: eid mijne lammeren. Joh, 21 : 15.Liefde in teedetder zin komt niet uit ons zelf op, maar wor ...
Van de Voleinding.
LXXXVI. DERDE REEKS. XXIII. En hij zeide: Vervloekt zij Kana& a. Een knecht der knechten zij hij zijnen broederen. Voorts zeide hij: Gezegend zij de HEERE, de God Sems. En Kana& n zij hem een k ...
„Eenen, den Zoon des menschen gelijft zijnde”.
En in het midden van de zeven kandelaren eenen, den Zoon des menschen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met eenen gouden gordel. Openb. I : 13. Er ligt in de verandering die ook de mensch naar den vorm, bij het gelijk ...
Van de Voleinding.
LXXXVII. DERDE REEKS. XXIV. God breide Japheth uit, en hij wone in Sems tenten. En Kanaan zij hem een knecht. Genesis g : 27, In Noach's zegen wordt voor het eerst de afzondering van de groep de ...
Van de Voleining.
LXXXVIII. DERDE REEKS. XXV. Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden des HEEREN, en hunne cakomelicgen met hen, Jesaja 6 ...
„nachten der moeite
Alzoo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn mij voorbereid, Job 7 : 3. De nacht is een eigen stuk van ons leven, dat voor den één nauwelijks meetelt, en voor den ander zijn leven schier beheerscht. Met den nacht gaat een klein ...
„ hun eenerlei hart gevende”.
Ook was de hand Gods in Jnda, hun eenerlei hart gevende, dat zij bet gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN. 3 Kronieken 30 : 12. De bangste nood in de Christenheid was steeds en is nog altoos de verdeeldheid onder de broederen. Reeds ond ...
Van de Voleinding.
LXXXIX. DERDE REEKS. XXVI. Want God de HEERE is eene zon en schild. De HEERE zal genade en eere geven. Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtigheid wandelen. Ps. ...