UIT DE HISTORIE
De „Haagsche vrienden" en de Afscheiding. III. Degenen die Capadose kennen en in intiem geestelijk verkeer met hem leven behoeven niet in twijfel te staan hoe hij denkt over een steeds meer en meer gevreesde scheiding in de vaderland ...
UIT DE HISTORIE
De „Haagscbe vrienden" en de Afscbeiding. IV. Treffend blijkt uit Capadose's oorrespondentie met Da Costa, hoe gaarne de mannen van het Réveil de berooiden helpen en elkander daarbij steunen, en dan blijven ook niet achter de eenvoud ...
UIT DE HISTORIE
De „Haagscbe vrienden" en de Afscheiding. V. De Haagscbe vrienden behoeven niet langer in spanning te verkeeren omtrent den uitslag van het verhoor. Na een kleine veertien dagen schrijft Capadose aan zijn vriend: „Wat De Cock betreft ...
UIT DE HISTORIE
De „Haagsche vrienden" en de Afscheiding. VI. (Slot.) Veertien October vier en dertig ligt achter den rug. Scholte's reis en optreden te Ulrum is op veler lippen, in veler pen. Da Costa heeft het een en ander dienaangaande aan Capado ...
De Doleantie en de Theologische School.
Niet al te zeer zou het kunnen bevreemden, ij, dien een heetgebakerd lezer onmiddellijk zijn M, lood nam en achter dit hoofd schreef: hebbej niets met elkander temaken. Immers had niet Dr A. Kuyper op de vraag door Mr Gefk«n aan dezen gedaan: „waarom zich niet aangeslolej bij de Christelijke gere ...