De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 69
68 De rechtsmodaliteit en met haar de geheele rechtskring is van zeer gecompliceerden aard, ze is niet één-dimensionaal, zooals de abstracte neo-Kantiaansche rechtsleer ons wilde leeren, maar heeft even zoovele dimensies als de wetskring analogieën kan aanwijzen. Als voorbeeld van het eigenaardig ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 70
69 instantie den juridischen wil zijn karakter opdrukt en hem in de relatie der toerekening tot de rechtsnorm stelt 3). Wanneer de sociologische richting in de staatsleer rechtsinstituten als staat, gemeente, provincie, vereeniging, in louter sociologische betrekkingen wil oplossen, dan zondigt z ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 71
70 behooren onafscheidelijk bijeen. Wie äen rechtsinhoud van den rechtsvorm losmaakt, houdt geen sociologischen, economischen, of natuurinhoud over, maar een ledigen zin, een nonsens. De vorm des rechts is ook allerminst een schepping van ons bewustzijn, maar de souvereine goddelijke modaliteit v ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 72
71karakter van het staats-instituut, op den kosmischen samenhang met de andere levenskringen gewezen heeft 7). Het overheidsgezag ontleent zijn geldingsgrond aan dezelfde goddelijke rechtsordinantieën, waarin ook de gelding van de positieve rechtsnormen is gefundeerd. Het is het gezag' van ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 73
72 het positieve recht uit zijn doel te rechtvaardigen, berusten op een doorbreking van de souvereiniteit in eigen kring, op een relativeering van het recht. Het Calvinisme, dat iederen vorm van theodicee principieel verwerpt, kan g een andere rechtvaardiging van het positieve recht zoeken, dan i ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 75
74 ongekend groot doel, waarbij alle tijdelijke idealen verbleeken : de geheele wereld te overtuigen, dat God de Heere, de Koning is van Hemel en aarde, de Koning ook van onze wetenschap.* * *Tot U dan, Heere mijn God, richt ik in deze ure mijn gebed. Om U te danken voor de wonderba ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 74
73 overschrijding van den wetgever, door een schending van de souvereiniteit in eigen kring, of door een onjuiste toepassing van het politisch natuurrecht, b.v. door geen rekening te houden met de ontwikkeling binnen de substraten van den rechtskring. Dan moet de verbroken harmonie worden herstel ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 76
75 voor de toekomst wekte, zijn zich zelf in niets ontziende arbeidsijver, ze zullen in onze herinnering blijven voortleven als een voorbeeld van karakter, nauwgezetheid en plichtsbetrachting. Het was niet het minst de gedachte, deze taak, zij 't al slechts ten deele, te moeten overnemen van een ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 77
76 verknocht weet. Dat gij, Dr. Vollenhoven, thans den leerstoel voor wijsbegeerte aan deze universiteit zult bezetten, waarborgt mij niet slechts een dagelijksche hartelijke samenwerking en verkwikkenden omgang, maar wat ik van nog hooger belang acht, een nauwe aansluiting van de richting van on ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 78
77 zult zijn. Ik vraag uw liefde, uw onstuimig hart, voor de groote taa'k, die ons te wachten staat. Met vertrouwen kom ik tot u, gij zult mij niet te leur stellen. Want het ideaal, dat mijn gansche ziel vervult, het 100ft ook in u: onze wetenschap te doordringen, geheel en al, met den geest onze ...