Voor Rinderen.
STOKOUD EN ZESTIEN JAAR. EEN NIEUW LEVEN. XXII. Het was goed, dat de leeraar, die zoo te rechtertijd tot den ouden man was gekomen, hem in zijn angst en radeloosheid helpen kon, d. w. z. den weg wijzen ...
Voor Kinderen.
Uil HET VUUR GERUKT, vm. TEGENSPOEBEN. Een paar maanden na de gebeurtenissen, die we pas verhaald hebben, gingen op een morgen reeds tamelijk vroeg tv/ee wandelaars door de straten der Londensche City. De een was de heer Leenderts, de ander zijn jongst ...
Voor Kinderen.
EINDE ES BEGIN. Hoe vreemd niet waar? Het eind voorop en 't begin achteraan.En toch moet het zoo. Want we staan aan het eind van het eerste jaar der twintigste eeuw en daarna begint het tweede.We staan op de grens, en als het goed zal zijn, dan rijst ...
Voor Kinderen.
OUD EN NIEUW. Het jaar dat we mochten doorleven is bijna ten eind. Dit nummer" is het laatste van Be Heraut, dat in 1902 verschijnt.Er gebeurt alle jaren heel veel, doch in 1902 is zooveel geschied, dat men er een dik boek over schrijven kon. Denk maar eens ...
Voor Kinderen.
VELERLEI WEGEN. XVI. IN BEN NIEUWE WERELD. Een week of drie had ik in rnijn nieuwen levenskring - r— werkkring durf ik niet zeggen — doorgebracht. Moeilijke dagen had ik niet; veel eer scheen genot en ...
Voor Kinderen.
UIT HET VUUR GERUKT. IX. EEN NIEUW VOOORUITZICHT. De boekhandelaar had bij het verhaal, dat de heer Leenderts deed, al een paar malen onrustig op zijn stoel zitten dribbelen, 't Duurde dan ook nog al l ...
Voor Kinderen.
ONSPOED. XIV. ’t Zal den lezer nu wel geen raadsel zijn, hoe 't kwam dat Nikolaas de reis aanvaardde op de wijs als we vroeger hebben verhaald. Wel is den 2osten Juni, den dag waarop, zoo als ge u herinnert, de schepen uitvoeren, het ...
Voor Kinderen.
EENE REIS IN DE MIDDELEEUWEN. VIII. EINDELIJK. Thans moesten ónze reinigers over het verre woeste hoogland van Pamir, om zoo te komen aan Kasjgar, de volkrijke handelsstad. Wat hen hier weder trof, was ...
Voor Kinderen.
De verstandige Huisvrouw. {Slot)Den volgenden dag ging zij naar de stad, waar een goudsmid woonde die heel knap was. Zij vroeg hem of hij ook vruchten, zooals drui-ven, perziken en appelen van goud kon maken. •< rjawel, " zei de man.Nu, maak ...
Voor Kinderen.
„NOBLESSE OBLIGE”. III. ROBERTS ZOMER. De mandenmaker bracht tegen den avond geld en levensmiddelen mede en ziende dat „de jongeheer" bij de zijnen gebleven was en zich op onderscheidene wijzen verdien ...