Voor kinderen.
> TWEE WERELDEN. EEN CEDERBOOM VAN DEN LIBANON. X.Terwijl Rika alzoo het stadsleven meer en meer werd ingeleid, had haar broeder Kobus den wensch zijns harten verkregen en was geplaatst bij het timmeren.Vader b ...
Voor Kinderen.
DE WAGENMAKER. II. WAT DE RAADSHEER VERTELDE. „En wat zei men daarop? " vroeg Klaus, „Wel, verscheiden rijkssteden en vorsten uit het noorden vielen ons bij, maar de geestelijke heeren en vorste ...
Voor Kinderen.
HET GOEDE DEEL. XLV. EEN ONVERWACHTE OPLOSSING. Eenige dagen later brachten graaf Otto en ijn vrouw een bezoek aan heer Phi'ip, die en uitgenoodigd had zijn landgoederen eens e komen bezoeken, die op e ...
Voor Kinderen.
DE SPEELMAN. XXI. NA HET FEEST. Hoewel overmoe van de nog al inspannende pelletjes en door het ongewoon laat opblijven, as Louise toch niets ontgaan van al wat bij en brand gebeurde, en was zij zelfs z ...
Voor Kinderen.
EEN LEVENSGESCHIEDENIS. V. VERGETEN. „’t Is toch een wonderlijk gezicht, zoo'n zwarte dominee, " sprak de vrouw, onder het voortwandelen, „maar hij praat onze taal, dat je haast geen onderscheid hoort. ...
Voor Kinderen.
TWEE WERELDEN. ONDER DE MENSCHEN. XVII. Niet lang nadat Rika in de stad was teruggekeerd, vierde mijnheer Brandwijk zijn geboortedag. Er kwam dan altijd veel bezoek en des avonds was er feest.Da ...
Voor kinderen.
DE STALJOKGEW. III. EEN ROOFTOCHT. Doch al deed nu Kees aan al de bedrijven der straatjongens, ook aan hun kwade streken, mee, toch was hij er niet zoo gerust onder als de meeste andere. Dat kwam omdat ...
Voor Kinderen
VOOR ANDEREN. XVII. Een man van kennis en wetenschap houdt in den regel wat hij weet niet voor zich zelf. En dat is prijselijk. Zulk een kan anderen van groot nut zijn. Doch als hij zijn kennis alleen voor zich houdt, en niet ten bat ...
Voor kinderen.
TWEE WERELDEN. EEN MEDEWERKSTER. II. Op zekeren dag zat Rika in het tuintje voor het huis. Zij breide, gelijk wel meer, kousen voor een gezin met vele kinderen, dat op Zandhoeve woonde en waarvan de jo ...
Voor Kinderen.
EINDELIJK IN ZEE. XV. ’t Was er echter verre van, dat allen dit goede voorbeeld volgden. Wel droop de een na den ander af maar des morgens kwam een troep tot den kapitein, en vroeg kort en goed, of men nu 't gewone rantsoen zou krijg ...