Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 116
108 ibid. 76. De krasse onjuistheden in deze quasisconstateeringen laat ik noode onbesproken. Het komt dus neer op hetgeen Simons concludeerde voor de praktijk: de ouderen moeten maar blijven schrijven met nawerking van de oude aangewende regels, „de jongeren (vooral het kind) met de argeloosheid ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 117
109 114 a.w. 1894, 280. 115 Tweern. Tijdschr. 3e jg. (1897) II 416 vlgg: De Spelling^ kwestie. Het stelde tegen het vonnis „allemaal gekheid" de onderteekening van vier professoren (432, vgl. 420), en eindigde in de klacht over onverschilligheid en onkunde (435). 116 a.w. 429. 117 Men zie de broc ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 118
110 vrouw Jeanne gaat denken, rekenen, argwaan koesteren, het jonge neefje bekijken: precies een van haar kinderen. Lucie heeft geen macht te ontkennen op het felle verwijt. Na lang tobben, doet Jeanne haar man blijken, dat zij alles weet; hij wil zich van kant maken, na een flinke verzekering te ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 119
Ill Ned. Taal 155457; Multatuli, Ideen no. 36=^62. — Aan Van den Bosch is Multatuli over het algemeen onsympathiek, maar hij spreekt niet over zijn taal. T. en Lett. 4, 186*188. 124 KoUewijn blijkt mij achteraf den 2en dr. gebruikt te hebben, van 1879. En hij sprak al met Hildebrand over ons haar ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 120
112 131 a.w. 32.33. Vgl. aant. 122. 132 Ik haal dit uit den zin: „onregelmatigheid heeft alleen daar plaats, waar vrije keus of willekeur plaats hebben, zooals bij het schrijven in de schrijftaal"; a.w. 40. Roorda, Spreektaal en Schrijf' taal (1858) 16. 133 De voordracht in Versl. en Mededeel, d. ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 121
113 135 Roorda, Spreekt, en Schrijft. 160; 170*173. Over den oorsprong der geslachten: dezelfde, in Versl. en Meded. K. Ak. afd. Lk. 3, 178479; en in zijn boek Logische analyse der Taa? (1864) 99403. 136 Versl. en Meded. a.v. 3, 154459. 137 a.w. 3, 157. Organisme of organisch, zei Steinthal: „die ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 122
114 al Buitenrust Hettema, Taal en Lett. 5, 52*55: beroep op de „Neus grammatiker", op Paul inzonderheid, maar ook op Brugmann e.a. „De nieuwe taalwetenschap heeft allereerst een andere metode: dezelfde die men ook volgt, tegenwoordig, in de natuurweten* schappen": feiten verzamelen, waarnemen, c ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 124
116 werk openlijk aan bij Darwin, Progress in Language (1894) 357 vlgg.; en de eenmaal aanvaarde theorie klinkt in al zijn later werk door. En al mag Wundt iets meer oog hebben voor de scheiding tusschen mensch en dier, niettemin laat ook hij de taal in volmaakte geleidelijkheid uit het dierlijke ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 123
115 Gesch. d. Ned. Taal, maar ook hier en daar zijn talrijke artikelen in de N. Taalgids. Ook bij Royen vindt men wel eens iets van dien aard, b.v. in Spraak en Taal (1933). Bij Logeman, Simons, Kruisinga is daar minder kans op. 142 De Jager, Taalk. Magazijn 4, 149*174; het stuk is niet diep* wet ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 125
117 148 Bij de alleroudste praehistorische schedelvormen zou de kin ontbreken, en bij de meeste latere nog te zwak ontwikkeld zijn, om de vereischte werking van de kin*tongspier toe te laten, waar? door spreken niet mogelijk zou geweest zijn. Zie W. Schmidt a. w. 12 vlgg. 149 Ik denk inzonderheid ...