„Overkleed te worden.”
Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed te worden. 2 Cor. 5 : 2. Als we bij de lijkbaar onzer dooden staan, legt de kerk van Christus ons de raadselachtige belijdenis op de lippen: »Ik geloove de wederopstandin ...
De Martelaren.
CII POTHINUS. Marcus Amelias, de Stoïsche wijsgeer, zat op den troon van het Roraeinsche rijk. Alomme heerschte voorspoed in de landen, aan zijn scepter onderworpen en de vijanden hadden eerbied voor zijn heldenzwaard. Op het histori ...
Het vierde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXVIII. Er blijft daneene ruste over voor het volk Gods. Hebr. /\ : g. IV. Afzonderlijke toelichting eischt thans de verklaring van den Catechismus, dat het vierde Gebod ons gebiedt, ...
De martelaren.
CIII. BIBLIAS. Onder degenen, die te Lyon van de belijdems van Jezus Christus afvallig waren geworden, behoorde Bibles Niet tevreden echter met zijne y"l°°=^^"; "g f " £ Heere, wilden de heidenen hem dwingen van de Chris-Snen'te last ...
Het vierde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXVIII. En het zal geschieden, dat van de eene nieuwe maan tot de andere, en van den eenen sabbath tot den anderen, alle vleesch komen zal om aan te bidden voor mijn aangezichte, zegt de Heere. Jes. 66 : 23. ...
De martelaren.
CIV. IRENEUS. Na de door haar geleden vervolging van 177 was voor de kerken van Lyon en Vienne de keuze van eenen nieuwen bisschop in de plaats van Shotinus, die als martelaar gestorven was. Op Ireneus viel in 178 het oog en het hart ...
Het vijfde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXIX. Zijn vader en moedor die hem gegenereerd hebben. Zach. 13 : 3. II. Gelijk onze Catechismus zeer juist opmerkt, ligt de klem van dit vijfde Gebod ...
Het vijfde Gebod.
XXXÏX. ZOIVDAGSAFOEELINQEen ieder zal zijne moeJer en zijnen vader vreezen, en mijne sabbaten houden: k ben de Heere uw God! Lev. 19 : 3. I. Het vierde en vijfde Gebod hooren bijeen, én zakelijk, omdat beide op ons mensc ...
,,De tijd mijner ontbinding is aanstaande".
Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande. 2 Tim. 4:6. Mag, moet ik aan iemand, van wien ik weet, dat zijn krankheid ten doode gaat, terstond zijn wezenlijken toestand bekend maken? Zij die vraag niet alleen met ...
Het vijfde Gebod.
ZONDAGSAFDEËLIIVG! XXXIX. Alla ziel zij de machten, | 'óver haar gesteld, onderworpen ; want er is geene macht 1 dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God verordend. Rom. 13:1. IV. Zoo ...