Het tweede Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXV. I. Hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke, flebr. 11:27. Thans komen we tot het Tweede Gebod, en zullen in dit eerste artikel uiteenzetten, hoe men dit gebod te verstaan ...
„Een kwaad dat krankheid aanbrengt.”
Want wie weetl wat goed is voor den mensch in dit leven, gedurende het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als eene schaduw? Want wie kan den mensch aanzeggen wat na hem wezen zal onder de zon? Pred. 6:12. In het Paradijs, dat stemt ...
„De gemeenschap des Heiligen Grestes zij mel u allen.”
De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. 2 Cor. 13 : 13. Nog telken jare keert in Gods gunste de herdenking van het Pinksterfeit terug, en al schriller wordt de ontzettende tegenstelling t ...
„Laat de overdenkingen mijns harten welbehaaglijk zijn voor uw aangezicht.”
Laat de redenen mijns monds en de overdenking mijns harten welbehaaglijk zijn voor uw aangezicht, o Heere, mijn Rotssteen entmijn Verlosser! Psalm 19 : 15. -t Het besef van schuld voor God doorloop vier stadiën, al naar gelang het nog maar alleen loopt over onze da ...
Het derde Gebod
ZONDAGSAFDEELING XXXVI. Ik heb uwen naam geopen; baard den menschen, die Gij mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren uwe, en Gij hebt mij dezelve gegeven; en zij hebben uw woord bewaard. Joh. 17:6. III. ...
„Mijns levens kracht."
De Heere is mijn licht en mijn heil, voor wieu zou ik vreezen? De Heere is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaal d zijn ? Psalm 27 : I, Der Joden uitroep, als iemand moed ingesproken, als iemands besef wakker geschud of iemands kracht gespannen moest worden, klonk: sWees sterk", of ...
Het derde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXVI. En alle tong zou belijden, dat Tezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods, des Vaders. Filipp. 2 : II, IV. Wie dusver meende, dat het derde Gebod alleen tegen het vloeken en teg< ? n den mein ...
„In de keure onzer graven.”
Hoor ons, mijn heere I gij zijt een vorst Gods in het midden van ons; begraaf uwe doode in de keure onzer graven; niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uwe doode niet zoudt begraven. Gen. 23 ; 6. Na het sterven komt de begrafenis.Nu kunt ge waa ...
Get derde Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XXXVI. VAN DEM HED. Doch Tezus zweeg stil. Ea de hoogepriester, antwoordende zeide tot hem: k bezweer u bij den levenden God, dat gij ons zegt, of gij zijt de Christus, de Zoon van God? Jezus zeide tot hem: ij hebt h ...
„Welke de mate mijner dagen zij.”
Heere ! maak mij bekend mijn einde^ en welke de mate mijner dagen zij; dat ik wete, hoe vergankelijk ik zij. Ps. 39 : 5. Vergankelijkheid is een licht uitgesproken woord, en de gedachte die er in ligt, wordt door niemand weersproken, maar hoelang duurt het niet, ee ...