De beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde zedekunde - pagina 35
37 23)Conf. Bélgica. Art. 14: praeclara illa omnia d o n a quae a Deo acceperat, amisit.24)v. Mastricht. a. w. I X § 33.25)Institutionis II, II, 12. A c illa quideni vulgaris sententia, quam sumpserunt exAugustino, mihi placet, naturalia dona fuisse corru ...
Barthianisme en katholicisme - pagina 43
57)Barth, Dogmatik 1940, pag. 41.58) Idem, pag. 194. 59) Zoo hangt dit vraagstuk voor Barth ten nauwste samen met dat van de beteekenis van de natuur en de geschiedenh voor het "kennen" van den wil Gods. Het probleem kwam reeds ter sprake in de beantwoording van de aan Barth in Utre ...
Het afbeelden in de wiskunde - pagina 4
3O p grond van de gegeven voorbeelden meent men d a t in de definitie van afbeeldeniets moet wordenmisschien, opgenomenomtrent de wijze, w a a r o p de elementen a a n elkaar worden t o e g e voegd. Met een p u n t op a a r d e c o r r e s p o n d e e r d e één punt ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 35
36worden, dan zijt G i j daarvan zelf de oorzaak door de vriendelijkheid, waarmede G i j mij steeds zijt tegemoet g e k o m e n ; eene vriendelijkheid die mij ook nu moed geeft, o m den nauweren omgangmet U niet slechts niet te vreezen, maar veeleer metblijde verwachting tege ...
Leemten in de wet - pagina 29
31 mee is niets gezegd over de kennistheoretische zijde van ons vraagstuk. Daartoe is noodig te wijzen op een staat van zaken, die van den rechter eischt deze en niet andere psychische factoren te doen gelden, m. a. w. er dient te worden gewezen op het kennistheoretisch fundament, op het „quid ju ...
Berekening of constructie - pagina 12
10woordigers van de paedagogische wetenschap. Zij komen alle met de pretenties van h et naturalisme. Het naturalisme toch wil de wetenschap bij uitstek zijn. De natuur is de eenige groote werkelijkheid , en dus is de natuurwetenschap uitsluitend de wetenschap en is de weg tot de waarheid a ...
Nieuw-Testamentische exegese - pagina 45
46 bestimmt durch die kritischen und die systematischen Anschauungen, die der Exeget an seinen Text heranbringt." C. R. Gregory, E i n l e i t u n g i n d a s N e u e T e s t a m e n t , (1909), bl. 1: „Bei die Einleitung ob in das Alte oder in das Neue Testament, „pflegt man grosses Gewicht auf ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 32
31 vroeg, dat gelooven was: aanvaarden en dat er voor 'n Christen meer aan te nemen viel dan alleen waarheid. Nu kon men loochenen eenig waarheidsmoment in deze "schatten van Christus" aan te treffen, maar dat treft men niet aan op de lijn die naar de Reformatie voert. Wel echter de veronachtzami ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 41
40 het laatste behoort ook wat hij weet omtrent zich zelf: het is dus geheel het object der waarneming, innerlijk en uiterlijk samen. Dat object is - op dit voorstellingsstandpunt volkomen terecht - de ruimte, het zich richten op dit als oer-substantie gedachte object beschiedt met zoo algeheele ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 21
22entnommen, m i t d e n w i s s e n s c h a f t l i c h e nGrundsätzenunseres P h y s i k e r s in k e i n e r s i c h t b a r e n V e r b i n d u n g stehen.In diesen Sätzen können w i r n u rGlaubensarti-k e l ! ! ) sehen, die z u seinem philosophische ...