Berekening of constructie - pagina 26
Van een uiteengaan van de wetenschap, die Christus in het centrum stelt eenerzijds en eene, die denkt vanuit h et Scheppingsgegeven , anderzijds, kan dan ook geen sprake zijn. Immers in Christus is slechts de reconstructie van het eens gegevene; en wanneer we denken vanuit het werk van Christus d ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 8
7 geen sprake is - met den kring van Hom e rus de heerschappij van het noodlot aanvaardt, moet wel de hoofdgrens trekken tusschen dit ondoorgrondelijke en het daardoor beheerschte: onder het laatste vallen dan zoowel goden als menschen. Zulk 'n episch dualisme is uiteraard in z'n leer aangaande G ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 18
17tot stand, zonder eenige wijziging in het karakter der elementen. Niet hierin bestaat dus de kern van het nominalisme, dat het de realiteit der begrippen zou hebben geloochend. Het behoeft dit zelfs niet te doen ten opzichte van de algemeene begrippen noch van hun correlata in het object ...
De katholiciteit der gereformeerde kerken - pagina 44
Synode te Dordt 1574 gehouden moest Taffijn echter mededeelen, dat hij over deze zaak aan Beza had geschreven, maar geen antwoord had gekregen. Daarom zullen ook wij, besloot de Synode, de Fransche Confessie niet onderteekenen (Rutgers, Acta der Nat. Synodes blz. 134). In de Christlicke und Schri ...
De beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde zedekunde - pagina 33
35 licet primum nostrum parentem Adamum in imaginem et similitudinem suam, Gen. I : 27. C u i sapientiam, dominium, iustitiam, liberum arbitrium, et darum sui ipsius notitiam dedit: adeo ut in tota hominis natura nulla potuerit notari imperfectie Niemeyer a. w. p. 342. 13)Confessio Belgica ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 62
04 significationem ab Homero factam deprehendimus. Unum restat ut quaeramus, nullumne post Homerum consequutum sit tempus, a quo harum rerum primordia repeti possint", waarna dan eindelijk pag. 317 de conclusie volgt: »Unde facilis est conclusio, Orphicae quoque fabulae telam, quae tota iisdem qu ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 26
25 zich en God gelijkwaardig aan de leer van het beeld Gods, in de Heilige Schrift nooit los gezien van het verbond van God met de menschheid. Van deze richting, tamelijk zuiver 42) vertegenwoordigd o.a. door 'n W i I I e m van A u ver g n e, verschilt in menig opzicht de Aristotelische, welke in ...
De katholiciteit der gereformeerde kerken - pagina 43
aan den Bisschop en Scultetus van de Palts gevraagd had een concept van zulk een Generale Confessie op te stellen. Zoodra ze dit gedaan hadden en 't concept door de voornaamste leden der Synode was goed gekeurd, zou een copie gezonden worden naar den Koning van Engeland, die daarin naar welgeval ...
Het afbeelden in de wiskunde - pagina 14
13 of transformatiegroepen, welke aanleiding geven totmeetkundenbinnen de hoofdfiguur, w a a r i n ook boven uitgesloten e i g e n s c h a p pen der deelfiguren een p l a a t s hebben. Natuurlijk is iedere e i g e n schap, die invariant is voor de geheele g r o e p , tevens voor ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 57
56 denkvormen te herleven: want er is maar één object, de natuur. 't Ding an sich wordt dan ook niet meer als bij Kan t pro memorie uitgetrokken ter herinnering aan de mogelijkheid van niet-ruimtelijk tijdelijke ordening der waarnemingsinhouden : het wordt tot begrip der grens van volkomen bepali ...