De beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde zedekunde - pagina 35
37 23)Conf. Bélgica. Art. 14: praeclara illa omnia d o n a quae a Deo acceperat, amisit.24)v. Mastricht. a. w. I X § 33.25)Institutionis II, II, 12. A c illa quideni vulgaris sententia, quam sumpserunt exAugustino, mihi placet, naturalia dona fuisse corru ...
Het gereformeerde beginsel en de kerkgeschiedenis - pagina 35
34..,.Iuitdrukt, wat de ziel is voor het lichaam, 110) dus niet mech;; nisch maar organisch, niet transcendent maar immanent op haa leven inwerkt; dat Hij daarom, gelijk terecht gezegd is, d menschelijke persoonlijkheid niet opheft, maar haar heiligt doo haar weder te baren . ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 35
39 der religie gelooft, moet van het bestaan Gods, van Zijne openbaring en kenbaarheid uitgaan. De godsdiensten zeiven verzetten zich ten stelligste tegen de neutraliteit, waarmede naar veler beweren hun onderzoek behoort te worden ingesteld. Indien de studie der godsdiensten iets aan het licht h ...
Het object der ambtelijke vakken - pagina 35
40k a n gegeven, d a t het gecoördineerd doet staan n a a s t de andere groepen, kan er van eene wetenschappelijke, systematische en historische hetgeenbehandelingsprake zijn.Hieruit volgt niet, datop ons terrein geschreven werd, van weinig w a a r d ezou ...
De klassieke school in de economie - pagina 35
35 apologie van het egoïsme niet meer is dan eene hymne ter eere van dien God. Maar niet alzoo, merkt Tarde op is 't bij zijne aanhangers. In lijnrechten strijd met Smith's deïsme huldigen zij het atheïsme, en daarmede is de hemel boven dit landschap weggenomen. Tarde dwaalt. Boven het veld van S ...
De positie van het privaatrecht in onzen tijd - pagina 34
39om mij te bekleeden met een kuras en uit te rusten met een zwaard en aan mijn arm te hangen een schild, in de ver wachting, dat ik nu ook voorts aan de goede zaak de diensten van een volslagen ridder zal bewijzen. Mijne Heeren, ik zal mijn best doen, maar dat borstkuras knelt mij nog we ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 34
35de eervolle, maar ook zware taak te aanvaarden:daarmedeopgedragen, die ik nu stahebt G i j het uitgesproken, dat, hoej o n g en hoe w e i n i g ervarenik n o g w a s op het terrein derwetenschap, G i j het vertrouwen koesterdet, dat het te verric ...
Israëlitische Oudheidkunde en Archaeologia Sacra - pagina 34
06 t, a. p. bl 114), N o w a c k (a. w . II bi. 75), S o c i n — B e n z i n g e r (t.a.p.), B e n z i n g e r (Arch. bl. 236—238) terwijl ook H e r m a n n Gruthe (Herzog, Real-Encyclopaedie Salomo ontzegt. Meenen nu3VIII bl. 678) dit werk aandeze geleerden van Josephus te ...
De wetenschappelijke beoefening der psychiatrie - pagina 34
"'.,--~~1I .-C"- u)== -===C"....- 1 /'_ Cl _Co-C - Co=C- C, --=--(I ). - - - - - - - . ,,1I I I I I I Iilnrli~lijlï~l ïil'~iljlïil~11111111111 ~ 3000000311 5635 ...