Koning Willem I als verlicht despoot - pagina 49
48.doch bracht hen er toe deze niet hem, maar zijn leidslieden toe te schrijven: het gouvernement doet alles - klaagt Bilderdijk reeds in '15 - om den koning het hart van de natie te ontscheuren 1). Volgens Dirk van Hogendorp is hij een werktuig van de mannen van 1795, "de openbare ...
Marnix' Byencorf - pagina 49
47 Ontleening bewijzen deze plaatsen niet noodzakelijk. Evenmin de gelijkstelling der predikende monniken met marktschreeuwers en kwakzalvers. L. S. 133, 139, Be. 11 77. Of de spot m'et expositio allegorica, tropologica, anagogica. L. S. 138, Be. I 104; 133-134. Natuurlijk heeft Marnix het boekje ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 49
48 categorie van omvormingswijze tot vormingswijze wier karakter afhankelijk is van het stadium in het proces der vorming bereikt. Is er dus geen sprake van dat het denken wortelt in de waarneming, het schema: vorminhoud moet toch achterwaarts ergens steun vinden. Alle kennis onderstelt één of me ...
De Nederlandsche Gereformeerden en het Independentisme in de zeventiende eeuw - pagina 49
BIJLAGEN53die daer over niet gearbeijt en hebben en geen ofte weijnich kennisse van saken en hebben, en comt daer van geen eere. Doch connen die Schriften met stichtinge worden gesonden, soo behoorde ij der Predicant, sijnde een lidt des Classis, de selve al voren met rijpe sinnen i ...
Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw - pagina 49
OMVANG E N I N V L O E D D E R Z U I D - N E D . IMMIGRATIE.47of hulde zich in Nestor- en Agamemnon-gestalte en sprak, bij de opvoering van Samuel Costers Iphigenia in de Duytsche Academie te Amsterdam zijn maledictie uit over de menschen, die „daerom U dus alleen maar stijven, Omda ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 49
51 herausgeg. door S. Weber, Freiburg, Herder, 1913, bl. 29—40; O. ZÖCKLER, Geschichte der Apologie des Christentums, Gütersloh, Bertelsmann 1907; T H . HAERING, Der Christliche Glaube, Dogmatik Stuttgart, Calwer Vereins buchhandlung 1922, bl. 85—112; W. E L E R T , Der Kampf um das Christentum, ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 49
48 Alleen de philosophische geldingsleer kan het probleem tot oplossing brengen. Niet de natuurrechtsleer, die absolute rechtsdoeleinden opstelt, want deze moet noodwendig een antinomie tusschen natuurrecht en positief recht scheppen. Neen, curieus genoeg, is het juist het relativisme, dat volgen ...
Het doel en de inrichting van hospitiën - pagina 49
En Gij, Heere! die Elia in de woestijn eene bete broods eneen dronkwatersbrood en water gewis!beschikthebt,maakook ons hierBewaar ons voor de dwaasheid dermenschen, en de dwalingen van het eigen h a r t ! Leid ons voor het aangezicht ...
Het gereformeerde beginsel en de kerkgeschiedenis - pagina 49
48ALEXANDRE GUIRAUD, Philosophie catholique de I'Historie, ou I'His· toire 'expliquée, Paris, 1841, twee deelen; baron BARCHOU DE PENHOËN: Essai d'une Philosophie de I'Histoire, Paris 1854, eveneens twee deelen: beide Roomsch; en K. STEFFENSEN, Zur Philosophie der Geschichte, Basel, 1894, ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 49
53en ten aanzien van haar inhoud gerechtvaardigd te worden. Want het Christelijk geloof is volkomen zeker van zichzelf en sluit allen twijfel uit; het is een vaste, onwankelbare kennis van wat God in Zijn Woord heeft geopenbaard; omdat het rust op dat Woord, is het ten slotte, als het er o ...