Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw - pagina 61
OMVANG E N I N V L O E D D E R Z U I D . - N E D .IMMIGRATIE.59Hoogeerzame Heeren Directeuren, gij zult het mij — hoop ik — niet euvel duiden, als ik zeg dat de aanvaarding Uwer benoeming mij niet gemakkelijk is gevallen. Aan gebrek aan besef van de onderscheiding, die mij da ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 61
60dezen aanzien in hoofdzaak aansluit bij de opvatting der Badensche school, met dit verschil, dat hij de cultuur, waartoe ook het recht behoort, niet als een synthese van natuur en waarde, maar als een geheel zelfstandig door de practische ideeën beheerscht deel der werkelijkheid naast de ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 61
65 Mijne Heeren Professoren. In Uw midden plaats nemende, weet ik, dat ik opgenomen word in een kring van mannen, die ik om hunne gaven hoog acht, maar ook van geestverwanten, die ik als broeders liefheb. Eene van de rijkste zegeningen van eene stichting als deze bestaat daarin, dat zij aan een k ...
De klassieke school in de economie - pagina 62
63 gratie, zooals dit in boek- en courantformaat verscheen. "Wie bekend is met de voorbereiding, welke het schrijven van een wetenschappelijk werk eischt, zal wel willen gelooven, dat de opzet van mijne dissertatie reeds lang voor hare verschijning vast stond. Ook Mr. de Vries zal wel willen aann ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 62
04 significationem ab Homero factam deprehendimus. Unum restat ut quaeramus, nullumne post Homerum consequutum sit tempus, a quo harum rerum primordia repeti possint", waarna dan eindelijk pag. 317 de conclusie volgt: »Unde facilis est conclusio, Orphicae quoque fabulae telam, quae tota iisdem qu ...
Nieuw-Testamentische exegese - pagina 62
63 „ééne beteekenis, komt op eene bepaalde plaats slechts in één „zin voor. Maar vele woorden kunnen in een zeer verschillend „verband, in een zeer verschillenden samenhang, geplaatst worden. „Daarnaar wijzigt zich dan menigmaal de beteekenis, d. i . de „zin, waarin zij voorkomen. Zegt men van ee ...
Koning Willem I als verlicht despoot - pagina 62
61 noeming zou zeker slechts ten àeele aan haar doel beantwoorden, zoo hier geen studenten in de Nederlandsche Letteren kwamen. Doch laat ons hopen , dat de moedgevende geruchten, die te dezen rondwaren, juist blijken. Ik zal mij, in samenwerking met Or Van Schelven en mijn vriend Wille, naar de ...
Marnix' Byencorf - pagina 62
60Calvijn's tractaat vertaald uitgaf, nam in kantteekeningen al die aanvullingen uit den Be. over; zonder dien te noemen. Stellig heeft M. ontleend aan Calvijn, mogelijk uit de Lat. vertaling van het Traicté door Gallasius, 1548; een bijvoegsel daar over den naam Longinus vindt men ongevee ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 62
61Maar ten slotte bederft de verbinding van voorstelling en begrip weer alles: denken moge dan iets anders zijn dan oordeelen, de gelijkstelling van kennen en oordeelen blijft, evenals die van het ding in den Aristotelischen zin van het woord als het steeds aan een wezen verbonden waarnemi ...
Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw - pagina 62
60OMVANG E N I N V L O E D DER Z U I D - N E D . IMMIGRATIE.de wereld is. Hoe kon het dan anders of de gedachte geroepen te worden — naar de mate mijner krachten — aan den arbeid daartoe mee te gaan werken, moest van meetaf zeer bijzonder tot mij spreken en bij het nemen mijner deci ...