Marnix' Byencorf - pagina 32
30 door' Van Vloten heftig, maar juist becritiseerd in diens "jonckbloet's zoogenaamde Geschiedenis". 'n Bijzonder recht daartoe ontleende v. V. wel aan zijn zeer verdienstelijke Proza-bloemlezingen en zijn Beknopte Geschiedenis der N. L. 5) Gesch. der Ned. Letterk. P, 2. Het betreft daar alleen ...
Marnix' Byencorf - pagina 33
31Kosmopolitisch is de leus. En een vergelijking met onze schilders regel. Dat deze wel zwaar mank gaat, is echter niet moeilijk in te zien. Over buitenlandsche erkenning als criterium trof mij een uiting van K. Voszier in de bespreking van de studie eener Italiaansèhe: Schlegel und die it ...
Marnix' Byencorf - pagina 34
32 wemelt het in 16e en 17e eeuw van anonyme liederen. Ondanks de renaissance was men nog niet algemeen zoo naijverig op de minste aanspraken op Iiterairen roem. 5. Bij den ondergang van de Armada vraagt Ds. De Dieu Marnix een gedicht daarover; hij vindt hem dus den aangewezen man daarvoor, (Tijd ...
Marnix' Byencorf - pagina 35
33 vijanden (52, 57, 119, 133 e.e. Vgl. Van al die my beswaren, enz.); maar "Godt, der Hoochster Majesteyt", moet men meer gehoorzamen (72, 81 , 82 vooral, 131, 132). Diep medelijden met de Nederlanden (64, 93 128) en de bewoners: de arme schapen (80, 125), nu verstrooid (93), wier Herder echter ...
Marnix' Byencorf - pagina 36
34\den prijs moeten toekennen? Het is vertaling. Maar heeft Van der Noot veel oorspronkelijks? In heerschappij van taal, vorm en klank komt Marnix mij verre de meerdere voor. Ook Prinsen prijst ze, zij het in het voorbijgaan (Handboek 197, 204, Oud-Holland 1910, 137). Maar Heyting v ...
Marnix' Byencorf - pagina 37
35qui non leve periculum absenti mihi creare conati simt, nomine [uit hoofde] illias quam ad vos institaeram profedionis, eam paene necessitatem imposuerunt". Er is dus sprake van een reeds gedanen en van een voorgenomen tocht. Zoo is ook de kennis aan Delaenus goed verklaarbaar, en heeft ...
Marnix' Byencorf - pagina 38
36 onis Ecclesiasticae jugum atque Imperium). Vgl. ook 230. 28) Marnix aan Leoninus: Oum enim tuis illis formulis, quid dico formulis? immo oraculis, neminem laedere, honeste vivere, aliisque tanquam scopulis inhaerescis, videris l11ihi Apostolorum omnium ac Prophetarum laborem omnem prope inanem ...
Marnix' Byencorf - pagina 39
37de opvoeding (omnino danda est opera, ut pcrcnni ac continua quadam hilaritate perfusi sint adolcsccntium ani mi). Corr. ct Mél. 71, 34) 35) 36)103.Zie ui tg. Toorenenbergen l. Corresp. et Mél. 111 vlg. Christelycken Biecorf. Antw. 1600, in "Acn P. Nt auteur des Wespen-Corf ...
Marnix' Byencorf - pagina 40
3850) De nauwe samenhang van "Van de beelden afgheworpen" en Vraye Narration met den Byencorf in gedachte en uitdrukking treft den lezer slag op slag. 51) Toorenenb. I, XXXII vlg. en Verscheidenheden L- U. 52) id. Verscheidenheden U - UI. 53) Corr. et Mé!. 69, 73. 54) Vg!. Vilmar, Gesch. d ...
Marnix' Byencorf - pagina 41
39•gemeente hoort niet bij les devoyez. (Het octrooi vermeldt als origineel Epistre ou advertissement au pellple fidel, ooki door Nicéron genoemd). 2) Brunet geeft als omvang der Deux Epistres op 23 et 8 ff. Met het door F. bedoelde boekje wordt de verhouding heel anders. Ik vermoed ...