De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 91
90 stemt Birkmeijer (Was läst v. Uszt vom Strafrecht übrig? München 1906) toe, dat inderdaad de moderne school het strafrecht niet kan handhaven en richt tot v. Liszt en zijn aanhangers de vermaning "das veraJtende System des Strafrechts" te laten vallen en in plaats daarvan tot een " System des ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 92
91 tieke uiteenzetting van pag. 93/4, waar wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal logicistisch verzoend worden. Zie voorts met name S. 104 vlg., waar over de doorvoering der continuïteit in de ethiek wordt gehandeld. S. 105: "Die Kontinuïteit (dagegen) müszte sich auf das Wollen selbst übertragen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 93
92 fahrens (ib. 1920 Bnd. I S. 468 fig.); Alte und neue Staatsrechtslehre (ib. 1921 Bnd. 11, S. 176 fig.) en Rechtsdogmatik ader Theorie der Rechtserfahrung (ib. 1921 Bnd. Il S. 525 fig.), dan ook meer in de Marburgerlijn, toen hij - zij 't al met verwerping van het normatief karakter des rechts ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 94
93 Zie Allgemeine Staatslehre S. 60 fig. t.a.p. S. 52. Deze theorie der Stufenbau des Rechtes heeft Prof. Merkl het eerst ontwikkeld in zijn beide studies: Das Recht im Lichte seinen Anwendung (Deutsche Richterzeitung 1917) en Das doppelte Rechtsanlitz (Jür. Blätter, Wien 1918) en breeder uitgewe ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 95
94 recht is erkend, en dat de normen dezer internationale gerechtigheid in de volkenrechtswetenschap positieve gestalte aannemen, zoodat de wetenschap subsidiair, blijkens 't positieve recht zelve, rechtsbron is. "Wir erleben daher das interessante Schauspiel, dasz der Faden zwischen völkerrechtl ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 96
95 de humanistische wetsidee, die de souvereiniteit in eigen kring door haar continuïteitspostulaat op alle kritieke punten heeft doorbroken. 22) Hierop wijst ook Sander in zijn strijdschrift tegen de normatieve rechtsschool: Kelsen's Rechtslehre (1923) S. 96: "Zunächst sei bemerkt, dasz die math ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 97
96 Afgescheiden nu van de onmogelijkheid, Sander's "Rechtsverfahren" naar analogie op dezelfde kentheoretische "Stufe" te stellen als de natuurwetenschap (men kan in de reëele rechtsvorming hoogstens met Lask van een voorwetenschappelijke begripsvorming spreken) heeft Sander blijkbaar geheel over ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 98
97 und Rechtswissenschaft, en in zijn latere studie: Die Kriterien des Rechts (1923). Zie ook zijn studie: Staatslehre als theoretische Wissenschaft ("Kantstudien" Bnd. XXXI Heft 1, 1926 S. 53 fig.). Over Sander spraken wij in den tekst. Dr. Fritz Schreier heeft hetzelfde beproefd in zijn Grundbe ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 99
98 natürlich auch Wirklichkeiten der Art, wie Staat, Sitte, Recht, Religion. Damit verfallen der Ausschaltung alle Natur- und Geisteswissenschaften mit ihrem gesammten Erkenntnisbestande ebenals Wissenschaften, die der natürlichen Einstellung bedürfen". In deze "Ausschaltung", in deze ntÎ:1toXf' ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 100
99 continuïteit tusschen staats- en volkenrecht, de elimineering van het subjectieve recht, de opheffing van het onderscheid tusschen publiek en privaat recht etc. etc. ! Inderdaad voor hem, die de diepere eenheid in alle openbaringen der humanistische wetsidee niet gezien heeft, een verbazingwek ...