De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 24
23 alleen door het denken geschapen. "Die Erzeugung selbst ist das Erzeugnis" (Cohen). Tegenover Kant's begrenzing van de verstandscategorieën op de aanschouwing wordt Leibniz' gedachte van de scheppende continuïteit van het denken aanvaard 2), diens functiebegrip gereinigd van de metaphysische b ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 26
25 normatieven oordeelsvorm, het wordt eerst in het oordeel der transcendentale logica geschapen. Het is geen imperatief in den vorm "Ou solist", het richt zich dus tot niemand (heeft geen "Adressat") 8), het drukt geen wil uit in psychologischen zin, het is een bloot objectief-theoretisch "solle ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 25
24 allereerst hare gebiedsgrenzen te zuiveren van naturalistische elementen en voorts in een noodwendigen continuen samenhang van zuivere, functioneele begrippen het rechtssysteem te scheppen. Werd het dingbegrip, het Substanzbegrip in Aristotelischen zin, door de Marburgers uit alle schuilhoeken ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 27
26 logica tot een bloote "Ansatzpunkt für Relationen", een personificatie 12) van normen, die evengoed op een contract en een maatschap als op een vereeniging kan worden toegepast. Het is een geometrisch snijpunt van toerekeningslijnen tot een normen-systeem of een deel daarvan. Hier openbaart de ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 28
27 Ziehier het geraamte van Kelsen's dynamische theorie der rechtscategorieën. Achter of liever in dit probleem van de zuivere rechtsvormen duikt nu het probleem van den rechtsinhoud op. Cohen, Natorp en Cassirer pretendeeren door de "Logik der reinen Erkenntnis" den inhoud van den Gegenstand "na ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 29
28 tegen het dogma van de leemteloosheid der wet, een dogma, dat met name door de beruchte "Begriffsjurisprudenz" werd voorgedragen, schijnen ondervangen, waar het monopolie van het wettenrecht immers is prijsgegeven en aan het "freies Ermessen" bij de rechtsconcretiseering alle speelruimte is ge ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 30
29 van het denken worden gehandhaafd. De analyse zal dus aan het licht moeten brengen, dat Kelsen's rechtssouvereiniteit inderdaad de vernietiging van het souverein karakter der rechtsorde beteekent. Niet het recht, maar de mathematische logica zal de ware souvereine blijken te zijn. Opnieuw zal ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 31
30 Bij Kelsen ontwikkelt de antinomie zich op een inderdaad tragische wijze. Allereerst dient te worden opgemerkt, dat de categorie van het "sollen" zich ongemerkt in de toerekeningscategorie oplost en in den specifieken zin, waarin Kelsen die toerekening vat, tot een bloot logische relatie wordt ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 32
31tot de schepping van de natuur in de natuurwetenschap. Toch wil ook hij nog het recht als een souvereine sfeer handhaven, zij 't al als souvereine sfeer in de zijnswereld. In een vroegere periode (zijn tweede ontwikkelingsphase) brak Sander, gestimuleerd door het functionalistisch contin ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 33
32 Tenslotte beweegt ook Husserl's eidetiek zich in wezen binnen een formeel-logisch kader, dat aan de souvereiniteit des rechts geen recht kan laten wedervaren. Waar Sander al deze moeilijkheden blijkbaar gezien heeft, heeft hij sinds kort zijn vierde radicale standpuntsverandering gemaakt, waar ...