Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 10
9dat het begrip ,h et resultaat is van grijpen; gegrepen is daarbij iets met iets, een inhoud met behulp van een vorm. Maar juist deze oriënteering aan het oordeel doet zoo licht vergeten wat het begrip naar z'n wezen is: nl. in vorm gegrepen waarheid. Twee verwarringen gaan hier dan ook h ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 11
10 is met het begrip in het subject, 'n grooter veld dan het bijzondere, waarvan de waarneming zich rekenschap dient te geven. P I a t 0 bouwt op den eens gelegden grondslag voort; wel beperkt hij de begripsvorming niet tot het terrein van het ethische, maar ook hij handelt in z'n jeugddialogen v ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 12
11waarde beroofd. Maar wel werd het begrijpen van één - allerminst zonder hulpmiddel werkende - functie onder vele verheven tot de tooverstaf die het "innerlijke der natuur" dwong hare schatten aan het licht te brengen. Kennis is dan de inhoud van het oordeel, die omschreven wordt als 'n g ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 13
12geest te trekken. Vooral later als het subject-objectschema de metaphysica verdringt zal blijken tot hoe gevaarlijke consequenties dit voert. Op de creditzijde van den Theaetetus mag echter worden geboekt dat deze dialoog de overweging en de daaropvolgende beslissing, dus het ve\1en van ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 14
13Bij deze biologische metaphysica past volkomen de kenleer, die A ris tot e les nu verder ontwikkelt. Het object voor het kennen is niet meer de ontolische idee, maar de biotische soorteenheid, die verschijnt in het exemplaar. In de ziel ontstaan door het toeven der indrukken uit wat men ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 15
14de verte volgen en de resultaten kunnen dan later nog weer worden vergroot, verbonden, geïsoleerd eriz. Maar steeds blijven ze, getrouwe of niet getrouwe, copy van een waarnemingsobject. Bij het begrip daarentegen vindt men wel een Akt, maar deze richt zich niet op het waargenomene. De a ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 16
15den syllogismus. Deze leidt, krachtens den subsumeerenden aard der praemissen weer tot een conclusie van denzelfden vorm en van dezelfde zgn. metaphysische kracht. Niet zonder opzet stond 'k zoo breed juist bij deze logica stil: ze wordt nog steeds in breeden kring aanvaard. En lang niet ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 18
17tot stand, zonder eenige wijziging in het karakter der elementen. Niet hierin bestaat dus de kern van het nominalisme, dat het de realiteit der begrippen zou hebben geloochend. Het behoeft dit zelfs niet te doen ten opzichte van de algemeene begrippen noch van hun correlata in het object ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 17
16 De voorkeur voor het begrip omtrent het individueele bij de oudere Peripatetici sloeg de brug naar de zgn. formeele logica. Haar geboorte wachtte slechts op de herleving der subjectsvoorstelling die de 5e eeuw voor Christus reeds had gekenmerkt: in het subject werd immers hetzelfde schema als ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 20
19 op grond van hun psychologie een nieuwe verbinding van het subjectobject schema met de pyramidebouw der vorm-materie-metaphysica. Kort saam gevat komt hun gedachte hierop neer: Alles vloeit uit het Eéne: dit is niet meer zelfbewustzijn, maar nog daarboven verheven. Onder wat, in graad van real ...