De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 31
29 konden — zoo werd er gezegd — toch onmogelijk goede Repu; blikeinen zijn. Da Costa zegt ergens, ^) dat onder de voorstanders der omwenteling van 1795 zich velen bevonden, ,,die de Christelijke Godsdienst toch steeds voor den grondslag van den Staat hielden, en althands op het punt der opneming ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 32
30 • Gemeentebestuur van Amsterdam geen sprake meer, ^) Naar we vroeger hebben opgemerkt, werden zelfs de Roomsch-Katholie^-ken teruggedrongen, zij het ook in mindere mate. J a , men ging • nog verder den weg der reactie op: ,,de regentenbanken weer in J de kerken geplaatst, de beroepingen "weer ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 33
31 moet het ons niet verwonderen, dat, waar grosso modo het stoffelijk goed behouden bleef, met het intreden der reactie de zeggenschap der Overheid in kerkelijke zaken terugkeerde. Te minder, daar men toch nooit geheel had nagelaten zich met de kerk te bemoeien. De zienswijze, dat elke godsdiens ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 34
32 De schoolwet van Van den Ende is typeerend voor de nadagen der Bataafsche Republiek. Van invloed van de kerk op de school wil men niet weten, en met name van geen leerstellig onderricht, al schrijft men wel den kerkgenootschappen aan zorg te dragen, dat de kinderen hiervan niet verstoken blijv ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 35
33 is in Vrankrijk geboren uit een onverschilligheid op dat stuk, en uit de democratische principes van gelijkheid". Hij beval aan met betrekking tot den godsdienst bij de oude constitutie te blijven, dat wil dus zeggen, dat ook alle ambtenaren tot de Hervormde kerk moesten behooren. Van de ander ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 36
34 bij den ouden toestand blijven kon. In de grondwetscommissie van 1815 hebben Belgische leden voor de kerk in België handhaving geëischt van de oude rechten en gebruiken en er was een strooming in de commissie om zoowel hierdoor den Roomschen in België als door de handhaving van het voorschrift ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 37
35 en hoe ergert zich zijn broer Willem, wanneer er, als het land in 1825 door een grooten watersnood geteisterd wordt, geen nationale biddag wordt uitgeschreven! Hij moet erkennen, „het is eigenlijk consequent; zonder godsdienst van staat kan men niet nationaal bidden, mag men dan ook nationaal ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 38
36 in betrekking te treden tot dien staat, maar zich als vreemde in 't land aan te merken" ^), Zelf merkte Bilderdijk zich als vreemde , aan: volgens de fijne opmerking van Colenbrander emigreerde hij naar het droomrijk van Teisterbant.") Van de ergernis van hem en de zijnen, fel, maar zich lang ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 39
37 we na het Eindverdrag met België onze eigen huishouding moesten beredderen, door niet minder dan 600 predikanten aanbevolen — en daarmee, als in 1814, den staat een Protestantsch cachet geven? De Roomschen wilden geen Protestantschen, maar gaven de voorkeur aan den neutralen staat, en werden z ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 40
38 strijd is toen beslist ten gunste van de absolute neutraliteit, welke echter door de zinsnede over de Christelijke deugden werd gecamoufleerd. Ik ben mij echter zeer goed bewust, dat, wanneer men de vraag zou stellen, hoeveel, in den loop der geschiedenis sinds 1795, onze staat aan christelijk ...