GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 34

Rede uitgesproken op den 46sten Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

32 De schoolwet van Van den Ende is typeerend voor de nadagen der Bataafsche Republiek. Van invloed van de kerk op de school wil men niet weten, en met name van geen leerstellig onderricht, al schrijft men wel den kerkgenootschappen aan zorg te dragen, dat de kinderen hiervan niet verstoken blijven, maar het onder-, wijs in den Christelijken godsdienst, ,,voorzoover deszelfs geschiedkundig en zedekundig gedeelte betreft", zal op de school worden verstrekt. Als grondslag hiervan kan natuurlijk niet dienen de geloofsbelijdenis eener bepaalde kerk, wel — zoo meent men — hetgeen de geloofsbelijdenissen der Christelijke kerken I gemeen hebben. De school moet zijn interconfessioneel-Christe-' 1 lijk. Voor de Joden is ze niet bestemd, maar wel voor Roomsch en Protestant beiden. In de schoolwet van 1806 belichaamt zich, I de gedachte van een aan geenerlei kerk gebonden algemeenI Christelijken staat. In dezen staat verschaffen traditie en getal-', sterkte een zeker overwicht aan het Protestantisme. Dit overwicht zou stellig ernstig gevaar geloopen hebben, ware aan de regeering van den Roomschen koning Lodewijk een langer leven beschoren geweest. Daaraan kwam echter al spoedig een einde, evenals aan de inlijving. We gaan ook deze voorbij. Het moge waar zijn, dat wat Roomsch was toen een zeker cachet had — zoo waren de Burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam beiden Roomsch en werd zelfs de vrees gekoesterd, dat de Nieuwe Kerk, zoo dicht bij het paleis gelegen, waar Napoleon zijn intrek nam, wanneer hij de derde stad van zijn keizerrijk bezocht, aan de Roomsch-Katholieken zou worden afgestaan — dit had toch geen blijvende gevolgen. Van veel grooter beteekenis waren ten aanzien van hetgeen ons nu belang inboezemt de jaren der restauratie, toen het karak-» ter van den herboren staat nader moest worden bepaald. Zou men nu terugkeeren tot den toestand van vóór 1795 of zich, in mindere of meerdere mate, aansluiten bij hetgeen zich sindsdien voltrokken h a d ? Gelijk te verwachten was, lieten de voorstanders van het herstel der heerschende kerk zich niet onbetuigd. Baron Van Lijnden van Blitterswijk betoogde in de grondwetscommissie, dat men het ,,in alle landen voor een vaste staatkunde had gehouden, dat er een heerschende godsdienst behoort te zijn"; bij ons was dat de Hervormde godsdienst geweest, daar de tachtigi jarige oorlog meerendeels gevoerd was om den Hervormden I godsdienst te vestigen. „De gelijkstelling van alle godsdiensten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's

De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926

Rectorale redes | 46 Pagina's