Loon, winst en vermogen - pagina 1
EB 00612 DR. F. L. VAN M U I S W I N K E LLOON. WINST EN VERMOGENBIBLIOTHEEK V.U. ECONOMIE 3e verdiepingDe Boeleiaan 1105 AMSTERDAM-Bvt. N.V. NOORD HOLLANDSCHE UITGEVERSMAATSCHAPPIJ AMSTERDAM: 1968 ...
Loon, winst en vermogen - pagina 18
sterke toeneming van de kleine vermogens. Men kan veilig stellen dat in 1963 het gezamenlijk bedrag der vermogens beneden de grens van de vermogensbelasting, met inbegrip van de contante waarde van de levensverzekeringspolissen, voor zover niet begrepen onder de vermogensbelasting, van dezelfde o ...
Loon, winst en vermogen - pagina 3
LOON, WINST EN VERMOGENREDE uitgesproken ter gelegenheid van de achtentachtigste dies natalis der Vrije Universiteit op maandag 21 oktober 1968 door D R . F. L. V A NMUISWINKELhoogleraar in de faculteit der Economische WetenschappenN.V. NOORD HOLLANDSCHE UITGEVERSMAATS ...
Loon, winst en vermogen - pagina 20
zettingen opmerkte, dat de bedoeling van mijn rede was er op te wijzen, dat men een zaak niet met ondeugdelijke argumenten moet trachten te verdedigen, temeer niet wanneer men een beroep doet op naastenliefde en op gerechtigheid. Wanneer men zulks wèl doet, dan brengt men het probleem in de emoti ...
Loon, winst en vermogen - pagina 5
Loon, Winst en Vermogen Als onderwerp voor deze diesrede koos ik de behandeling van een aantal economische en sociale aspecten rond de verhouding tussen loon, winst en vermogen in de Nederlandse volkshuishouding. De keuze van het onderwerp berustte niet alleen op het feit, dat de daarmee verbonde ...
Loon, winst en vermogen - pagina 21
door mij genoemde cijfers. „Tegenover de relatieve vermindering van het procentuele aandeel van de middelgrote en grote vermogens in het nationale vermogen staat sedert 1940 een zeer sterke toeneming van de kleine vermogens." Deze uitspraak heeft betrekking op die vermogens van individuele person ...
Loon, winst en vermogen - pagina 6
stellers metterdaad wenselijk achten. Welk criterium wil men hanteren om een onderscheid te maken tussen rechtvaardige en onrechtvaardige inkomens? Beoogt men nivellering van de inkomens? Welke zullen de consequenties zijn voor de hoogte der overheidsinkomsten en voor de besparingen? Ziehier enke ...
Loon, winst en vermogen - pagina 7
Deze verhouding pleegt men de arbeidsinkomensquote te noemen. Deze quote toonde na 1960, toen hij 68,7 beliep, een aanzienlijke stijging en wel tot 77,4 in het jaar 1966. Beschouwt men alleen het werknemersaandeel, dan komt men voor 1966 tot een quote van 74,5 (1960: 68,4), dat is dus het aandeel ...