Wondere blijdschap.
De discipelen vian Jezus 'k'unrien niet op den Olijfberg blijv^en. Wel zou (het hun misschien liever geweest zijn, op deze pleki, A^anwa, ai* de Meester Mias opgevaren, tabernakelen te bouwen, en de plaats v, an afsdheid te wijden tot een .heiligdom der stille meditatie; wel was het hun schooner ...
Torenbouwers.
Ze zijn er nog' — de bonwers aan den Babelstoren!Ge vindt ze in het wereldleven.Mannen van grootsche denkbeelden, die hun eenheidsideaal nastreven te midden van de uiteen-.geslagen en verbrokkelde volkeren.Prachtiig ziijn hun plannen.Zij zullen saambinden wat uiteengaa ...
Kind worden.
Jezus' discipelen hebben op weg wat met elkander gehad. Ze wa: ren het niet met elkander eens. Ze hadden verschil van opinie. En als ze nu met den Heiland in Kapernaüm zijn aangekomen, ergens binnenshuis, zijn hun gesprekken wel gestaakt, maar de sfeer van oneenigheid hangt nog om hen heen. En op ...
Gezalfd en gezonden.
De'Heere HEERE heeft mij gezalfd en gezonden! Met da, t machtige woord op de lippen mocht Jesaja de profeet zijn volk tegentreden.so Dat woord was hemzelf een hemelsdhe wapenrusting, waarin hij, zwalske mensdh, zich een strijdbaar held wist, moedig uittrei< : kend tot den heiligen krijg ...
De staf Gods.
Mozes nam den staf ü-ods in de hand.In het Oosten is de staf, die door personen van een bepaalden rang gedragen wordt, van groote beteekenis.Ook nu nog verschijnt in de straten van Jeruzalem geen .loodsche Rabbi zonder een langen, dikken stok met knop als teeken van zijn waardigheid ...
Het graf en de eigendom.
Tusschen de donkerheid van graf en dood ©enerzijds en de heerlijkheid van de „erfenis der heiligen in het licht" anderzijds, moge een machtig verschil zijn, — toch heeft Christus do, or zijn graf de lijn der verhooging en der erfgenaramsweelde omgebogen en heengetrokken naar het einde van zijn ve ...
Uw Koning.
Neen, laat ons niet onbillijk zijn tegenO'Ver de Joden.Zij kunnen niet anders. Zooals Pila.tus de keuze hier stelt, is het hun onmogelijk! Jezus' vrijlating te vragen. Want Hij zal dan vrijgela.ten worden als hun Koning. Zóó heeft de stadhouder Hem daar ten aanschouwe van de volt'smenigte ...
Zijnen broeder zUne misdaden vergeven.
De Koniiif! in de gelijkenis had een daad verricht van koninklijke barmhartigheid. Hij had zijn schuldenaar de enorme som van tienduizend talenten kwijtgescholdeiL.Niet omdat hij van zijn recht had nloeten. loslaten. Maar uit vrije genade.Op het smeeken van den ellendige.Een ...
En gij, mijn ziel!
Hoe dikwijls gebeurt het, mijn ziel, dat wij met elkander spreken ? Hoe dikwijls hoort gij van mij het „en gij, mijn ziel"? Geschiedt het niet aJ te zelden? Doe ik vaak niet, alsof gij een vreemde voor mij zijt? O, ik weet het, het ga; at zooveel gemakkelijker zich tot een an ...
Het water des levens.
Dit is de laatste noodiging van den verheerlijkten Christus, die we in onzen Bijbel lezen.Hij roept de velen tot Zijn heil.Bij Hem is de fontein des levensi.Laten dan alle dijrstigen komen lot de wateren. Die dorst heeft kom e.Het eerst noodige, het eenig noodige is do ...