Aangaande mij en mijn huis
De Spreukendichter weet, door de verlichting des Geestes, de gevaren waaraan elk menschenkind, ook elk kind, ook zijn eigen zoon bloot staat bij zijn verkeer in deze, door God goed-geschapen, maar door de zonde verdorven wereld.Zooals een tuinman, op de wandeling met zijn kinderen, door de ...
Aangaande mij en mijn huis
Wat een wonderlijk vermogen heeft de groote Schepper aller dingen den mensch daarin gegeven, dat hij zich bewegen kan. Den drang daartoe heeft Hij den mensch gegeven, maar ook het instrument, dat hij daartoe noodig heeft, gaf Hij hem in zijn becnen en voeten.De mensch móet zich bewegen, ma ...
Aangaande mij en mijn huis
Deze sluit de rij van zeven, die de Spreukendichter aan onze oogen liet voorbijtrekken: voorop de man met hooge oogen, die trots om zich heen ziet, alsof hij zeggen wilde: „Wie is mij gelijk? " — middenin de in zich zelf gekeerde, maar wiens gedachten altijd bezig zijn in het smeden van booze pla ...
Aangaande mij en mijn huis
Het is goed, dat men den Heere love!Hoe verheugt de Heere er zich in, als de man 's morgens naar zijn werk gaat, terwijl uit zijn hart de psalm opwelt, ook al hoort niemand er iets van, op zijn best een zacht neuriën.Hoe aangenaam is het den Heere, als moeder de vrouw haar huis verz ...
Aangaande mij en mijn huis
Zingt den Heere!Het zou de moeite loonen, eens te tellen hoeveel keeren de Heere in Zijn Woord ons opwekt, d.w.z. ons beveelt, Hem te zingen; in het Oude Testament, spetiaal in het Boek der Psalmen, maar ook in het Nieuwe Testament; Hem te prijzen. Hem te danken.Ons gansche leven mo ...
Aangaande mij en mijn huis
De Moeder van de zonen van Zebedeüs, : .j5 ., begeerende wat van Jezus, voor haar zonen.Welk een liefhjk tafereel!Een vrouw al op leeftijd; in gezelschap van haar twee volwassen zoons; Jacobus en Johannes; al niet eens meer bij hun ouders thuis; vroeger wel bij hun vader in zijn vis ...
Aangaande mij en min huis
„Ken den Heere in al uwe wegen".In den tijd, waarin de zomer zich gereed maakt, zijn intrede te doen; het feestkleed reeds heeft aangetrokken; de vogels en bloemen zich uitputten de „blijde ihcomste" te vieren met zang en kleur en in den mensch het verlangen ontwaakt volop te genieten van ...
Aangaande mij en mijn huis
Vader Jakob had een groot gezin: twaalf zoons en één dochter; kinderen van vier moeders. Wat voor een moeilijk gezin moet dat geweest zijn! In het meest normale gezin schuilen reeds overvloedig de haarden van ruzietjes en van afgunst en van vijandschap, die van tijd tot tijd in vlamtmen uitbarste ...
Aangaande mij en mijn huis
„BEPROEFT MIJ NTJ DAARIN!"Wat zijn wij toch dwaze, hardleersche, onwillige kinderen!Ja, ik bedoel het precies, zooals ik het neerschrijf. Niet: at zijn dat toch dwaze, hardleersche, onwillige kinderen, die kinderen van tegenwoordig, onze eigen kinderen ook! Honderden keeren kunnen w ...
Aangaande mij en mijn huis
„Ik heb hem van den Heere gebeden".Schandelijk was het zooals Peninna, door God rijkelijk met kinderen gezegend, zich gedroeg jegens Hanna, de kinderlooze; schandelijk en goddeloos. Want zoo goed als zij het kon weten, en het ook wist, dat haar kinderen een godsgeschenk waren, wist ze ook, ...