Een aanvulling en bestrijding.
II. Na 1900 veranderde de toestand en voelde men in den kring van „Patrimonium", dat de conelusiën van 1891 wel zeer eng waren geformuleerd. De „twee bedingen" waren goed, doch er diende een uitbreiding aan gegevea te vporden, al moet terstond erkend, dat zij een b ...
Yoedselvernietlglng.
II. De gedachte van goederen-leveranties, rechtstreeks tusschen producenten en consumenten is, bl'gkens een bericht in The Times van 12 Dec. 1932, ook bepleit door Prof. Miles Walker. Deze wijst op de stil gelegde weverijen, kolenmijnen, e.d._, op de boeren, die hu ...
Van klinkers, die „er niet staan”. (II) (Slot).
Om aan de lezers t© doen zien, wat de algeme en e achtergrond is van dit ééne geval, zij opgemerkt, dat, het moge ons spijten of niet^ hef feit er nu eenmaal toe ligt, dat we den tekst van het Oude Testament aUeen in m©d©klink©rs hebben ontvangen. Het Hebreeuwsch schrijft g©©n klinkers; die móét ...
Het kapitaal en ons dagelijksch brood.
I. Cads groote werken In ons economlscb leven en bet kapitaal. Op dit moment, lezer, dat u met dit artikel begint, moet u eens denken aan al die menschen, die zich in uw naast© omgeving — in dorp of stad — bevinden. Van al die duizen ...
Het kapitaal en ons dagelijksch brood.
I. Gods groote werken In ons economiscli leven en bet kapitaal. II De balans is een economisch begrip, dat iets zegt over een stand van zaken in de werkelijkheid, maar dan zegt het iets méér dan de , , ...
Het kapitaal en ons dagelijksch brood.
III. Kiet: „kapitalistische maatscHappU".In onze maatschappij heeft de Heere het economische leven een hoog© vlucht doen nemen. Door intensieve landbouw en veeteelt zijn d© oogsten en veestapels verveelvoudigd. Door groot© arbeidsverdeeling is iedere tak van ...
Het kapitaal en ons dagGlükscb brood.
IV. De ongerecbtlgheM om bet economische en het einde. We konden in een vorig artikel de beteekenis van het kapitaal voor bet economische van onze cultuur hoog waardeeren. Er zijn echter ook bittere en droeve dingen in ons economisch ...
Onbevredigende bestrijding.
(Antwooril aan öen Heer I. Stap.) II. Overheidsgezag en patroonsgezag. In het tweede stuk en ook in het derde toont de heer Stap groqte' bezorgdheid te hebben over mijn opvatting omtrent overheidsgezag en patroonsgezag. Hij beweert, ...
Onbevredigende bestrijding. (Antwoord aan den Heer I. Stap.)
III. Staking veelal opstand tegen Go^d. In IV, 349 komt de heer Stap tot de hoofdgedachte van mijn meer-genoemd artikel. Hij plaatst boven dit stuk het opschrift „Opstand tegen God". Hier poogt de heer Stap den indruk te vestigen, alsof „alle” gereformeerde theolog ...
Onbevredigende bestrijding. (Antwoord aan den Heer I. Stap.)
Onbevredigende bestrijding. (Antwoord aan den Heer I. Stap.) IV. „De Kerk en het soiciale vraagstuk”. Met opzet plaats ik dit opschrift tusschen aanhaïïngsteekens; want het is niet van mij, het is van Dr J. C. de Moor.Ik wil hier met een enkel woord in ...