Filteren
van 195
Voor een distel een mirt - pagina 106
VOOR DEN86H.DOOP.Ge hebt dan iets waar ge u aan vastklemt. De Doop is dan niet meer iets vaags en vormelijks, waar ge eigenlijk niets bepaalds bij denken kunt, maar heilige Doop vindt dan zijn grond in een genadewerk, dat God de Heere reeds in uw kleinen lieveling ...
Voor een distel een mirt - pagina 166
DE BELIJDENIS UWER KERK.146EnZOO gaat het van geslacht op geslacht.belooft het voor zijn kind. Dat kind, straks zelf vaderDe vadergeworden, belooft hetAltoos weer de belofte om het in //die voorzeide leer" óf persoonlijk zelf te onderwijzen óf te d ...
Voor een distel een mirt - pagina 177
HOE REEDS EEN KIND ZICH MOET BEKEEREN.157onschuld van hun jeugdig hart, maar ook hierin een vrucht der wedergeboorte erkennen. Ge zult dan drang in u gevoelen om zoodra ze tot rijper jaren zijn gekomen, uw kinderen ten Avondmaal ,leiden.teEnbovenal ...
Voor een distel een mirt - pagina 263
243VOORSMAAK VAN HEMELVREUGDE.maar wel over den disch gespreid het rein, blinkend wel als het kan een schotel en beker van lijnwaad en voorts niets dan de offerbus om de edel metaal in een die Gods ontferming in u wekte ontferming ;;,,,daadv ...
Locus de Consummatione Saeculi - pagina 634
30^ College-dictaat van een der studenten (Dog-matiek). lijksoonlieid.gewewten.raalschaiipen.gemeenten.,gezinnen.De onderste kegels duiden de gezinnen aan, de vereenigingen der gezinnen vormen de gemeenten, de vereenigingen der gemeenten vormen de graafsc ...
Calvinisme en revisie. - pagina 23
;21nederomte verzinken in zijnwonden, dan genietik zeer zekerwaar de koele berekenaar van Jezus* zoenverdiensten vreemd aan blijft maar toch is er nog oneindig een weelde voor mijnliart,;zoodoorChristusrijk ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 255
,die doorChristum verlost251zijn.kennen geven dat de Heere Christus een versoeninge is geworden voor de gantsche werelt, dat is, voor alle menschen in de werelt; (het gene nochtans in verschil staet) maer op dat die^ aen dewelcke hy desen brief schrijft Heydenen ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 256
,Van de Persoenen252zijn te bewijsen.onmogelick,Behalven dat de tegen-met dese hare meyninge den Heere genoeghsaem beschuldigen van onwijsheyt, onvoorsichtigheyt ende onmacht: van onwijsheyt ende onvoorsichtigheyt, als willende een sake, die hy van ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 52
Van de Heylige48maer boven-natuerlickeTheologie,dat is, salighmakende kenwelcke de Heijdenen niet gehadt hebben. d V. Wat soudt ghy seggen op het gene David seght y Psalm 10. 4. Alle sijne gedachten zijn, dat *er geen Godt en is? A. David en spreeckt aldaer niet van so ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 500
496Vanhet sitten Christi ter rechterhant Godts.A. Neen. V. Waerom niet? A. Om dat de Heere Christus hem niet van doen heeft, alsoo hy selfs over al by sijn gemeynte met sijn geest ende genade tegenwoordigh is. Matth. 28. 20. d V. Waer uyt willen de Papisten bewijsen dat de Pa ...
van 195
