![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 396](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/396-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 396
;,Waerom392dde GeloovigenA. Neen. V. Waerom niet? A. Dat waren uyterlicke danck-offeren ende en konden niet bestaen alleen in de innerlicke ende geestelicke betrachtinge des herten: maer de onse zijn geestelicke danck-ofiferen ende konnen oock alleen haer wesen ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 577](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/577-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 577
,Van de Opstandingedes vleeschs.573Wanneer gaen dezielen der geloovigen na den ende der ongeloovigen na de helle ? A. Van stonden aen, soo haest als de menscheV.hemel,gestorven is. V. Bewijst dat? A. Joh. 5. VS. 24. Maer is van den do ...
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 238](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/238-thumbnail.jpg)
Locus de Consummatione Saeculi - pagina 238
236 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). zijn zal, n.l.Vs.9,dat Babijlonademdoor denzijns10 en 11twee, dathijd.de antichristelijke macht zal vernietigd wordencU derde engel: deze.-Babyi ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 111](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/111-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 111
;Vanhet Eynde der Christelicke Religie.107A. De Heere Jesus Christus. V. Is het de Paus niet'? A. Neen. V. Is het de Predikant niei? A. Neen. V. Waerom niet? A. Om dat sy mijn Godt niet en zijn noch mijnen Middelaer, die my verlost heeft. V. Waer mede zijt ghy Christi ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 184](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/184-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 184
;Van180de Grootheyt des Vals.wy seggen?Is Godt onrechtveerdigh als hy over ons brenght? (ick spreke na den mensche.) Dat zy verre, d V. Maer is het niet te vergeefs dat de Heere sulcks van den mensche eyscht? A. Neen. d V. Wort de Heere in 't eyschen van de geho ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 421](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/421-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 421
VanChristi417Menschwerdinge.V. Maer die en is geen ware mensch, die geen menschelick persoon is nu, Christus is dat niet ergo ? ;:A. Dat volght niet. V. Neemt dat de menscheyt Christi niet wech? A. Geensins. V. Waerom niet? dat sijne menschelicke natuer s ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 484](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/484-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 484
Van480Christi Hemelvaert.V. Waer staet de historie van Christi hemelvaert? A. Luce 24. 50, 51. Actor. 1. 9, 10. V. Wie is opgevaren ? A. Christus Joh. 3. 13. Ende nieniant is opgevarend a:den hemel, dan die uyt den hemel nedergekomen is, namelick, de Sone ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 109](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/109-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 109
Vanhet Eynde der Christelicke Religie.105A. Ja. V. Wat is troost? A. Troost is een overlegginge des menschen, waer door hy tegen eenig quaet een grooter goet stellet, en also sijne vreese en droef heyt verlichtet. V. Is desen troost gelegen in 't vermaeck der ziele, ontstaend ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 339](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/339-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 339
Van GodesA. Die kracht Godts, onderhoudt ende regeert. V.Watdeseis335Voorsienigheyt.waerdoor de Heere alleskracht Godts,een inblijvende ofbuytenwerckende werckinge? A. Een buytenwerckende werckinge. V. Het besluyt Gods,, ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 365](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/365-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 365
Van den NameJesus.361A. Neen. V. Waer staet dat? A. Hebr. 4. 8. Want indien Jesus haer in de eeuwige ruste gebracht heeft, &c. V. "Waer heeft hyse dan in gebracht? A. In 't beloofde lant. V. "Wie heeftse dan gebracht in de rechte ruste? A. De Heere Jesus Christus, Hebr. 4 ...