E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 581
ZOND.XXXVl. HOOFDSTUK583I.inslaan, dan zegt ge: „Lieve vriend", of gebruikt ge een soortgelijkenal-bij zijn naam noemt ge hem niet. En moet ge over hem hem aan, als den man, die daar en daar liep, of dit en dat naam kunt ge hem niet noemen. Zoo onderstelt ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 579
XXXVI. HOOFDSTUKZOND.581I.de Almachtige, op den voorgrond, en noemde Isaak Vreeze,"sindsveranderlijke,vandieIk zal:Naam, dat ookuit;zyn bondsvolk de naamG-od vooren God zelf had den zin ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 583
XXXVI. HOOFDSTL'KZOND.en dat Schawnaamdeis585I.voor heel die atmosfeer der wereld, die buitenXaamdeze Openbaring, buiten deze heilige sfeer van denSchaw duidt aan het leugenachtige, het zondige, het wereld overheerscht, ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 584
XXXVI. HOOFDSTUKZOND.586 Natuurlijk heeftAdamII.gebod in dien vorm niet gekend. De Verbonds-ditnaam Jehoücih is van veel later dagteekening. Maar Adams ziel ingeplant de juiste betrekking waarin hij moest tegenover de kennisse vanstaan ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 585
XXXVI. HOOFDSTUKZOND.antwoord, dat devanovertreding587II.gebod uitsluitendditligt inhet on-Godvruchtig gebruik van den Bondsnaam Jehovah. Wie zich aan dienmaarkanspeent,uitwendig wettelyken zi ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 586
XXXYI. HOOFDSTUKZOND.588ven staan, maar omdat het waartegenEnditis,dat de neiging onzer natuurgebod ingaat, het sterkst uitkomt.dieninzondein dezeII.nu kan menzinmoetnaamd ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 587
ZOND.nu wordtdit te sterker gevoeld,wordt.hembijBijIL589naarmate iemand hoogereen vorst op aardezyn naam toetezal reedsniemandkoningschehem handeldenLodewijkXVI ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 589
XXXVI. HOOFDSTUKZOND.591II.waren, die bepaaldelijk den Duivel aanbaden, enzelfs offeranden"aan denDuivel plengden, en dat juist uit deze kringen dit veelvuldig gebruik vanden naam „Duivel"isvoortgekomen, dan springt het ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 590
'^XXXVLZOND.592hoofdstukwereldling en niets meer. Dit echterII.nog heelisanders dan het vrijeietsvloeken, waaraan sommige Antinomianen zich overgeven, zeggende, dat de oude Adam in hen maar vloeken moet, om zich te meer ...
E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 592
ZOKD.594XXXVI. HOOFDSTUKIII.maar in den grond der zaak worden ze toch alle door dit G-ebod geoordeeld. Immers dit zjjn altemaal uitdrukkingen aan de openbaring Godsgen;natuur ontleend,, en drukken zakendeinsterkstspreekt ...