1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 123
115 nen we heel dikwijls ons vergissen, wanneer we tot simulatie besluiten, omdat het gedrag van den lijder niet in allo opzichten conform zijn klachten is. In een zijner klinische lessen over psychische pijnen heeft Jelgersma daar onlangs nog de aandacht op gevestigd. Zelf heb ik geruimen tijd e ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 124
116 gewilde onrust en bewegelijkheid, die een simulant aanwendt om zich zelf uit den slaap te houden; daarenboven zal het hem niet mogelijk zijn dit lang vol te houden, de slaap zal hem ten laatste overmannen. Ook het simuleeren van iremoren, zooals wel eens een enkele maal voorkomt is moeilijk g ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 125
Meynepf's Beschouwingen over Paranoia.Wanneer ik boven dit artikel zet: „Meynert's Beschouwingen over paranoia", dan is het mij niet te doen om het ziektebeeld, door Meynert met den naam van paranoia bestempeld, te bespreken in verband met ziektebeelden door andere autoren als zoodanig gen ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 126
118 „ist ein sehr elementarer Parallel-schluss des Gehirns, dass der „Schmerzbringer vs^ieder Schmerz empfinden soil; dieser Parallel„schluss hat auch einen Antheil an der Erscheinung des Gewissens.'' Het gevreten zetelt in de cortex, vi^ant hier in ontwikkelt zich het „secundaire ik". Het „prima ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 127
119 Meynert, doordat de functioneerende cortex veel bloed onttrekt aan de subcorticale organen. Hij beroept zich op de zwelling van geprikkelde cellen, door Virchow geconstateerd Een voorbeeld voor dit mechanisme der remming, ziet Meynert in een geval van intercostaal en trigeminus neuralgie, hoe ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 128
120 stelling zetelt, én van andere voorstellingshaarden. Bereikt de levende kracht, uitgaande van de doelvoorstellingshaard, een ander associatiecentrum waarvan ook levende kracht uitgaat, zoo wordt de functioneele attractie in dit nevenassociatiecentrum sterker, dan in de andere centra, en deze ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 129
121 v^el: het associeeren van voorstellingen en verder prikkelt de cortex de vaatconstrictoren. Om dit laatste te bewijzen beroept Meynert zich op proeven van Hitzig, Landois e. a., waarbij bewezen werd, dat het uitsnijden van schorsdeelen, die een lichaamsdeel innerveeren, hyperaemie van dit ged ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 130
122 dit neemt de anaemische toestand, de dyspnoe van haar cellen, waar als ongeluksgevoel; zoo als de hyperaemie, de aspnoe, waargenomen wordt als geluksgevoel. Dit geluksgevoel bemerken wi.] bij onze geestelijke arbeid. ïusschen waarneming en affect bestaat slechts een quantitatief onderscheid, ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 131
123 der associaties^ welke weer samenhangt met onze opmerkzaamheid, die in verband staat met de partieele waaktoestand, waarin de cortex verkeert. Immers kan niet de geheele cortex in actie zijn, want de functioneele attractie is niet overal gelijk. Een gedeelte is dus in rust, een gedeelte in fu ...
1909-1910 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 132
124 bliksem herbergen niet het minste deel licht bevatten, niet bij hun prikkeling het licht ons doen waarnemen; slaan we ons echter op het oog zoo zien we wel licht. Zoo komt Meynert er toe, hallucinaties te beschouwen als prikkelingen van de subcorticale centra. Op iedere plaats der centripetal ...