Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 22
24 M . H., dat het voor mij een groot voorrecht is juist in dezen voor de Gereformeerde studie des Ouden Testaments naar mijn inzien zoo veelbelovenden tijd geroepen te worden om aan onze Vrije Universiteit mij aan die studie meer in het bizonder te wijden, zult ge wel gaarne willen gelooven. Maa ...
Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 23
25 trouwen dat gij mij hebt geschonken door mij tot zoo gewichtige en veelomvattende taak te roepen. Kennende mijne eigene zwakheid en ziende op de grootheid van het werk dat er is te doen, kan ik u geene beloften geven dan deze, dat ik mij in 's Heeren kracht wil beijveren om mij uw vertrouwen w ...
Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 24
26 waarde is — dat ik naar mijn vermogen wederkeerig u w i l geven wat ik van u vraag. Maar wanneer ik uwe achtbare rij overzie, dan overvalt mij een gevoel van weemoed, wijl ik moet denken aan de dooden. Reeds meer dan een is weggevallen uit den kring der hoogleeraren, tot wien ik eens als leerl ...
Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 25
27 Mijne Heeren Studenten, als ik u in de laatste plaats toespreek is het niet omdat ik de betrekking waarin ik heden tot u treed de minst beteekenende acht. Ik gevoel integendeel van welk een onberekenbaar gewicht de relatie van hoogleeraar en studenten is. E n als ik in iets mijne afhankelijkhe ...