Filteren
van 90
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 106
9è christennaam niet kunnen ontzeggen; dan omdat ze niet in spot, doch in vollen ernst, ja met hoogachting voor de Schrift worden geuit, en ten slotte toch het gevolg hebben, dat, zoo er gehoor aan wordt gegeven, het Goddelijk gezag der Schrift in den wortel wordt aangetast. Op één van zulke bewe ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 107
99 En wat het Schriftgezag betreft, wanneer we oog hebben voor het wereldbeeld dan brengen we het Schriftgezag terug tot het terrein waar het geldt, dan handhaven wij onverzwakt het gezag van de Openbaringsgedachte, maar we breiden dit niet uit tot het wereldbeeld. En we herinneren ons dan het wo ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 108
100 vervolgt Prof, G, — ,,ging onze kennis van het heelal nog gestadig vooruit en kwamen de sterrekundigen, om maar eens één ding te noemen, tot de wetenschap, dat er naast het zonnestelsel, waartoe onze aarde behoort, nog vele andere bestaan". Heel gelukkig is deze uitspraak niet. Feit is, dat g ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 109
101 het vóór-Copernicaansche wereldbeeld, afdoende bedenkingen zijn aan te voeren. Vooreerst krijgt het stelsel van Copernicus in deze bewering al te groote beteekenis. Zeker, de hedendaagsche wetenschap oordeelt, dat de aarde om de zon draait, maar wie waarborgt ons, dat dit inzicht nog niet een ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 110
102 mij voorstellen, dat een philoloog zal constateeren, dat een bepaalde vorm niet classiek is, dat ean bepaalde zegswijze bij de beste auteurs niet voorkomt, dat de bedoeling van het verhaal wellicht juister door een andere uitdrukking aangegeven was. Het Grieksch van Mattheus verschilt van dat ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 111
103 drijven op het water, den hemelkoepel rusten op de aarde, en wij zien het ook, als we maar zien. Wanneer hij in zijn bergland om zich ziet, dan aanschouwt hij, dat de hemel rust op de bergpilaren. Hij ziet zon en maan op- en ondergaan, en omdat hij niet weet van draaien der aarde om de zon, g ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 112
104 van den Bijbel in hoofdzaak overeenstemt met de primitieve en intuitieve waarneming. Maar toch zijn er verschillende trekken, die hier niet toe terug te brengen zijn. Zoo b.v. de wateren onder de aarde, de sjeool en de derde hemel boven den sterrenhemel als woonplaats Gods. Dit zijn geen opva ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 113
105 (Art. Ill), En ook; ,,En wij gelooven zonder eenige twijfeling al wat daarin begrepen is; en dewijl zij ook het bewijs van dien bij zichzelven hebben" (Art, V). Wij gelooven, dat het boven ontwikkelde standpunt hiermede in volkomen overeenstemming is, mits we de inspiratie der Schrift belijde ...
1926 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 114
lOö geving zou propageeren? God heeft in de wetten, die Hij aan Israël gaf de slavernij en polygamie niet goedgekeurd, maar ook niet direct verboden. Men zou kunnen zeggen, dat de Openbaring zich aansloot bij deze destijds bestaande wantoestand2n. Wordt gerekend met de veranderde maatschappelijke ...
van 90
