Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 26
geheel gevormd is: met de eloquentia verborum correspondeert, zoo zegt hij, een eloquentia rerum en beiden doen uit antithesen de schoonheid geboren worden ^*). Al zegt Augustinus het niet met zoovele woorden — trouwens het verband geeft hem daartoe geen aanleiding — zoo staan toch ongetwijfeld v ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 16
losmaken van de rhetorische ornamentatieleer, zooals die in de practijk werd toegepast, omdat ze hun in de rhetorenscholen als essentieel element van eruditie was ingehamerd. De theorie van den ornatus, de versiering van den stijl, zooals de grootmeesters der rhetorica die hadden voorgedragen, wa ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 17
laatste jaren voor een meer psychologisch-aesthetisch onderzoeken van de rhetorische teksten moet wijken ^''). De onwaarachtigheid van dezen stijl is den ouden Christenen niet ontgaan. Zij typeeren de rhetorische ornamentatie als fucus, blanketsel ^^), maar ze hebben niet ingezien, dat de ornatus ...
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 19
held van de Bijbelsche poëzie, de indrukwekkende eenvoud der Evangeliën, de kantige stileering van Paulus: dit alles valt buiten de regelen, waarnaar Augustinus de schoonheid van den Bijbel afweegt, en we mogen het hem niet euvel duiden. Deze aesthetische waardeering was voor een anderen tijd weg ...