Loon, winst en vermogen - pagina 16
Voordat ik mijn rede besluit met het weergeven van mijn persoonlijke visie op de huidige situatie in ons land met betrekking tot de verdeling van de welvaart zal ik eerst nog aandacht besteden moeten aan het probleem van de vermogensverdeling. Onder vermogen versta ik daarbij het niet verteerde, ...
Loon, winst en vermogen - pagina 15
De gevaren, die hier opdoemen mogen met enkele voorbeelden worden geïllustreerd: (a) De loonkosten per eenheid produkt stegen in Nederland van 1958 tot 1966 met 43%, tegenover die van onze buitenlandse concurrenten met 22%. O (b) „In de achter ons liggende jaren is de loonkostenstijging hier te l ...
Loon, winst en vermogen - pagina 14
„Niet om het gewin, maar voor het gezin". Vandaar ook smalende opmerkingen in de pers der werknemersvakbonden over ondernemers, die hun winsten tellen, omdat de loonsverhogingen der werknemers aan banden zijn gelegd. Het ware te wensen, dat dit soort kwalifikaties eindelijk eens uit de discussie ...
Loon, winst en vermogen - pagina 13
geleverde prestaties. Ik noem bijv. de door de onderneming geïncasseerde vestigingsplaatspremie, de externe organisatiepremie als gevolg van ondernemersafspraken (kartel), de proportionaliteitspremie als gevolg van de gunstige kwantitatieve verhoudingen in de aangewende produktiemiddelen. Alleen ...
Loon, winst en vermogen - pagina 12
volgens J. L. Mey „funktieloze" winst; hetzij veroorzaakt door het betalen van te lage lonen (remedie: loonsverhoging) hetzij door aan de consument te hoge prijzen in rekening te brengen (remedie: prijsverlaging onder pressie van de overheid). In het kader van ons betoog verdient bovenal de menin ...
Loon, winst en vermogen - pagina 11
Blijft aan netto winst 1,1% van de omzet. Na aftrek van de noodzakelijke investeringen blijft voor uitkering via winstdeling nauwelijks iets van betekenis over. Een substantiële bijdrage tot het looninkomen is van winstdeling in het algemeen dus niet te verwachten. Los hiervan blijft de principië ...
Loon, winst en vermogen - pagina 10
vermogensaanwasdeling is, dat het aandeel van de werknemers gedurende kortere of langere tijd gedwongen moet worden bespaard. De door de S.E.R. bedoelde overwinst is naar onze mening niet gelijk aan, doch hoger dan de winst volgens de definitie die wij zoeven gaven bij de winstdeling. Ingehouden ...
Loon, winst en vermogen - pagina 9
zgn. vrije beroepen), waarvoor op latere leeftijd uit het hogere inkomen compensatie zal moeten worden verkregen. Temeer waar de studieperiode gepaard ging met een gemis aan arbeidsinkomen. Het vraagstuk van de inkomensverdeling is nauw verbonden met de verhouding tussen de totale loonsom en de t ...
Loon, winst en vermogen - pagina 8
1963". In deze publikatie zijn echter tevens de betaalde inkomstenbelastingbedragen vermeld. Deze betaalde belastingen nu bedragen voor 35% van de inkomenstrekkers aan de voet ƒ 168 millioen; d.i. 3,6% van de totale belastingen, terwijl de betaalde belastingen voor 12% van de inkomenstrekkers aan ...
Loon, winst en vermogen - pagina 7
Deze verhouding pleegt men de arbeidsinkomensquote te noemen. Deze quote toonde na 1960, toen hij 68,7 beliep, een aanzienlijke stijging en wel tot 77,4 in het jaar 1966. Beschouwt men alleen het werknemersaandeel, dan komt men voor 1966 tot een quote van 74,5 (1960: 68,4), dat is dus het aandeel ...