1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 21
13te zeer verschillend zijn. Aanvankelijk deelde men de sterren in -naar magnitudeklassen. Later werden gewoonlijk in één groep vereenigd sterren met dezelfde hoekbeweging en schijnbare helderheid, welke eigenschappen tezamen een goed criterium voor den afstand vormen. Professor KAPTEYN he ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 22
14 veranderingen der dichtheid onderzoekt, zal men er geen rekening mee houden, dat de dichtheid afhangt van de galactische lengte i)' en breedte; maar men zal aannemen, dat zij alleen een functie is van den afstand tot de zon. Het typisch sterrensysteem is meer gespecifieerd en vertoont daardoor ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 23
15 held, die de ster zou hebben, wanneer zij op de eenheid van afstand, dus op een afstand van 33 lichtjaren stond. Een voorbeeld moge dit nader verduidelijken. Stel, dat we een ster van de 5e grootte (schijnbare magnitude) hebben. Wanneer de afstand tot de aarde 85 lichtjaren bedraagt, dan leert ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 24
16 bolschil bevinden, is de gemiddelde afstand bekend en dan kan uit de schijnbare grootte hun absolute helderheid berekend worden. Men heeft nu slechts te tellen, welk percentage der sterren een bepaalde absolute grootte heeft, om de lichtkrachtwet 1e vinden. Op deze wijze heeft Prof. KAPTEYN de ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 25
17men sloeg de handen ineen om het typisch sterrenstelsel te gaan bestudeeren. En wanneer, over 10 of 20 jaar wellicht, de bouw en inrichting van het typisch systeem met de gewenschte nauwkeurigheid bekend zal zijn, dan zal men nog meer gespecifieerde modellen der sterrenwereld in studie n ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 26
18 gevonden wordt op een afstand van 7000 lichtjaren van de zon. Zijn betoog is echter weinig overtuigend. Al is het, dat een afstand van 7000 lichtjaren voor ons reeds onbegrijpelijk is, toch is er reden om aan te nemen, dal we op een 4 of 5 maal grooteren afstand van de grens van het heelal ver ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 27
19 We hebben U hiermede een overzicht gegeven van de resultaten, die de sterrenkunde de laatste kwarteeuw bereikt heeft. Of we in de samenstelling van deze resultaten reeds een compleet wereldbeeld mogen zien, is een vraag, waarover verschil van meening mogelijk blijft. Misschien heb ik den toest ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 28
20De twee wegen maken met elkaar een hoek van ongeveer 100". In de omgeving der zon zijn de beide stroomen zoo dooreengemengd, dat we overal, in welke richting we ook zien, sterren van beide stroomen vinden. Later hebben de radieele snelheden een nieuw bewijs geleverd voor het bestaan der ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 29
21 jaren later, in 1911, heeft hij echter in een redevoering') betoogd, dat we ons moeten voorstellen, dat het Melkwegstelsel bestaat uit twee sterrenwolken van verschillenden oorsprong, die elkaar doorkruisen en dooreengemengd zijn. SCWARZSCHILD en zijn volgelingen meenen echter, dat de gevonden ...
1920 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 30
22dat de zon zich bevindt te midden van een sterrengroep, die hij locale cluster noemt. We hebben dan in de omgeving der zon met twee soorten sterren te doen: leden van den localen sterrenhoop en veldsterren. Alle sterren, die KAPTEYN tot den eersten stroom rekent, zouden samen de locale c ...