Studentenalmanak 1899 - pagina 131
EEN STUDIEAVOND. ij zou gaan werken. In z'n stoel gemakkelijk zich leunend, ziet hij eerstnog even z'n mooie kamer rond. Prettig doet de sierlijkewanorde aan, die in eiken hoek heerscht. Op de tafel boeken,pijpen, asch. Op een paa ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 132
I30geen frater wezen, laat staan een amice frater. Enfin, 't isnu eenmaal mos, dus ik zal 't ook maar goedvinden. Ergo,ik proclameer jullie allemaal tot m'n vrienden en broeders,al zit er dan ook één onder je, aan wien ik danig het lan ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 133
131 „Ja, maar zoo zal ik wel klaar komen, als ik niets doedan suffen." En weer leest onze student een paar bladzijden aandachtigdoor, om dan z'n droomerijen op te vatten, waar ze zoostraks waren afgebroken. Hij ziet zichzelf ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 134
132de morgenkoelte zachtkens zieh buigend tot elkander, ge-fluisterd hadden van een leven vervuld met liefde. Toen debijen gonsden van werken en van energie. Toen de leeuwe-rik, hoog en hooger zich heffend in de heldere lucht, geju- ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 135
VREDE. I. ij was in vrede ontslapen. Dat stond er op den rouwbrief met zijn breeden,zwarten rand. En al was de phrase ook een stereotiepe,ze was nu toch wel iets meer dan een dier klanken, d ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 136
134hem echter best, dat hij ze zien wilde aan zijn leger; maar't was streng verboden ; iedere aandoening kon schadelijk,ja doodelijk zijn. Maar eindelijk had ze toch toe moetengeven, en het drietal was daar nu vlak bij de sponde. Een ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 137
135henen en met zachten dwang overwon zij den zwakkenweerstand, maar langs haar oor suisde het en in haar zieleweergalmde het als in een groote leegte : „Tot weerziens,lieve !" E n zij voelde zijn hand tasten naar de hare en ind ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 138
136 Bij zijn nadering hoorde hij meest van verre al de angst-kreten, en over het leger gebogen om zijn werk te doen,staarde hij in zulke verwilderde oogen en moest hij somsworstelen met 't bedreigde leven, dat met reuzenkracht no ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 139
137moeder. Bescheiden moesten zij daar leven, maar toch heelnet konden ze voor den dag komen, en bovenalles wastevredenheid de dagelijksche gast aan hunnen disch. Alheel jong was haar moeder weduwe geworden; Anna konzich haar vade ...
Studentenalmanak 1899 - pagina 140
138in de schaduw van een bloeienden sering. De anderenwaren naar binnen gegaan. Zij leunde met haar blankearmpje op zijn sterken schouder en met haar lichtblauweoogen zag ze naar hem, die haar bezighield met zijn guitigejonge ...