Studentenalmanak 1905 - pagina 231
217 «Gij moest komen- . . . » «Waar kijk je mij zoo voor aan? Geen gekheid, hoor!» En vlijmend scher23 klonk het van haar rozenlippen: «Hebben de rijke blanken u zoo goed geholpen, dat gede hulpzame hand van de arme ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 232
2l8nóg eens, al was 't maar voor eenmaal, gevierd en geprezente worden. Dit ontwakend enthousiasme maakte het gemakkelijk, zijngeniale talenten te doen ontwaken en een kunststuk te com-poneeren, dat algemeenen bijval verwierf ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 233
Gif zi]t mijn God.G ij zijt mijn God, wijl ge in de oneindigheid Van Uwe liefde mij hebt heil bereid.En in mijn hart, dat naar U had geschreid,Op U heeft durven hopen in den strijdMet al mijn zonde en ongerechtigheid,He ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 234
Goed Onderlegd.É ontgroenen zou hij, ja, gewis,^ - ^ En geen klein beetje, naar ik gis.Karakters vormen en beschaven.Van waar zijn menschenkennis, vraagt ge?Wel lieve vriend, uit de hiatenIn zijn Psychologie-dictaten. ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 235
VARIA. Aanvang svarinm. Was ich denke, das darf ich auch sagen, Das Wort ist frei, sagt der General. Schiller. V. B. op de installat ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 236
222 Op R. tegen Joris. Gij kunt u rechtvaardigen 1 O, hoe zou ik juichen, Mocht gij u kunnen zuiveren van zoo groot een hoon. Couperus. Op 't enga ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 237
223 Op A. A. V. S. Het zichtbre deel is 't minst van hem. Vondel. Idem. Er allein darf ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 238
224 Avond-colleges aan de V. U. Een gewrocht der duistei-nis. Troelstra. Professorale moppen. Wat zijn ze beeldig genuanceerd, charmant gevari ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 239
225 Op MatL7'itSy Engelsch speechend. Er ligt mij nog iets op 't hart, maar ik durf er niet meêuit te komen, schoon ik anders nog al iets durve. P. van Woensel. ...
Studentenalmanak 1905 - pagina 240
226 Op een jo7igen prof. Sikko had ijverig gewerkt en grondig gestudeerd; hij was— zooals zijn tijdgenooten zeiden — knap voor zes. Potgieter. ...