Zonde en recht - pagina 17
11dat hij alles noemde naar zijn aard, dat hierin de • beteekenis ligt van den naam 13); gelijk God zich als de Heere openbaart; onze Heiland is Jezus Christus; en eenmaal alle verlosten een naam zullen dragen, welken niemand kent, dan die hem ontvangt. Zooals Adam alle levende ziel zoude ...
Zonde en recht - pagina 56
50 nunciat homicides, ut armet etiam gladio magistratus ad caedes ulciscendas, ne impune fundatur sanguis hominum." De Overheid om der zonde wil, maar uit de genade i'^s). Zoo blijft waar het woord, hoe menigwerf het ook misbruikt zij, dat de Overheid alleen bestaat voor, ten behoeve van het volk ...
Zonde en recht - pagina 23
17 eeuwen telkens, niet het minst in den strijd over de leer der twee zwaarden, voorkomenden eisch der ordinatio ad unum terug. Thomas vergeet echter, dat het uitloopen in veelheid en wegschuiven uit verband juist een gevolg der zonde is, welke bovenal verdeelend en verwoestend werkt. Door de zon ...
Zonde en recht - pagina 42
36 en ziet het was zeer goed." Er was vlek noch kreukel, geen misstand en geen botsing. Ware het zonder zonde tot een uitspreken van Gods ordeningen gekomen, het zou geweest zijn volkomen adaequaat, zonder eenige feil. De afstand, die thans tusschen recht en wet, het Goddelijk en het menschelijk ...
Zonde en recht - pagina 31
25 der moeite de wetten van het heelal, althans gedeeltelijk, te verstaan. Abel was schaapherder en Kaïn een landbouwer. Het leven van het dier en het bestaan van het land was hun dus geen volkomen geheimnis. Ofschoon ook dit als vrucht van genade: „zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert ...
Zonde en recht - pagina 46
40van Gods wet in de harten der menschen niet daar zijn, wijl de zonde, maar omdat de genade ze liet blijven. Het is niet onjuist, als Thomasius en Osiander leeren loi)^ wat Rachel niet aannam, dat het natuurrecht na den val anders is dan te voren, doch men brenge die verandering in onmidd ...
Zonde en recht - pagina 49
43ontziet. In het maatschappelijk verkeer, dat op trouw berust, moet men altoos op onttrouw bedacht zijn. De eed zou niet noodig wezen, zoo ieders woord waarachtig was. Door de zonde is de verdeeling der volken. Bossuet meent, dat de splitsing noodig werd door de uitgebreidheid. Toch laat ...
Zonde en recht - pagina 25
19 Deze meening heeft steeds meer ingang gevonden. Zoo treft men haar ook aan bij Ericus Walten in zijn vertoog over De regtsinnige Policey 25)^ en bij den ongenoemden Schrijver van het geschrift: Redenering en ondersoek over den oorsprong, nature, mitsgaders Bepalinge van 't Hoogsten gebied'^^). ...
Zonde en recht - pagina 8
2hield men zich toch bezig met het bepalen van 's menschen verhouding tot dit natuurrecht vóór den zondeval en daarna. Ja, de leer van den val oefende in de 17^6 eeuw invloed op de beschouwingen van Maevius, Rachel en Alberti; in de 18de eeuw op die van Thomasius, en in dezen tijd op die v ...
Zonde en recht - pagina 14
8In den beginne is het alles geschapen 8). Hemel en aarde hebben een aanvang gehad. Zij zijn geformeerd. Zij zijn niet van eeuwigheid. Van eeuwigheid waren zij niet. De stof is niet eeuwig. God alleen is eeuwig. Hij staat boven den tijd, maar al het geschapene, hemel en aarde, is in den ti ...