Van de Voleinding.
XXVII. Maar gij, broeders, gij lijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zoude bevangen. Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. I Thess. 5 : 4) 5. Onbevredi ...
„De oogst der aarde is rijp geworden”.
[OUDEJAARSAVOND]. Want de ure om te maaien is ü gekomen, dewijl de oogst der aarde is rijp geworden. En die op de wolke zat, zond zijne sikkel op aarde, en de aarde werd gemaaid. Openb. I4: I5b, I6.De avoad van 't Oude jaar ma ...
Van de Voleinding.
VI. Gij zijt allen kinderen des Allerhoogst en. Psalm 83 : 6. Het is niet genoeg te zeggen, dat de schrijvers van het Oude Testament zich den door God voor Israël bestemden toestand als de voorloopige voleinding van het heden hebben ...
Van de tien geboden.
XXXIV. HET DERDE GEBOD. V. V. Wanneer gij den HEERE, uwen God eene gelofte zult beloofd hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de HEERE uw God, zal ze zekerlijk van u eischen, en zonde z ...
Dan de gemeene Gratie.
TWEEDE STUK. Zijne bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. Psalm 97 : 4. IX. De voorstelling, alsof het genadewerk Gods zich van Abrahams roeping af tot op den Pinksterdag va ...
Van ’s Heeren Ordinantiën.
XVIII. God is een Geest. Johannes 4 : 24 Bij de tegenstelling tusschen Praedestinatie en Fatalisme, diende na het wijsgeerig^ Fatalisme van de Stoïcijnen en van Spinoza, het hedendaagsche Monisme ter sprake gebróc'it. Ook met deze we ...
Van de Gemeene gratie.
LAATSTE REEKS. LVI. DE OPVOEDING. V. (Slot). Hoewel de heirkracht van Syrië met weinige mannen kwam, even wel gaf de Heere in hunne hand eene heirkracht van groote menig ...
„Zij zijn gelijk de engelen.”
En Jej-uE, antwoordende, ztide tot hen : Dwaalt gij niet, daarom dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods ? Want als zij uit de dooden zullen opgestaan zijn, zoo trouwen zij niet, en worden niet ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen z ...
Van de gemeene Gratie.
XXVIII. En wij weten, dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen die zulke dingen doen. Rom. 3:2. De dood, beschouwd ia verband met het eten vaa den Boom der kennisse, kan op tweeërlei wijze worden verstaan. Of als een straf ...
Van de gemeene Gratie.
DERDE RKEKS. XXXVII. o God, Gij hebt mij geleerd van mijne jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik uwe wonderen. Ps. 71 : 17a. Juist omdat de kerk, naar Jezus' uitspraak, eene stad op een berg is, moet haar glans in wijden omtre ...