Pro Hege.
DERDE REEKS. (Zesde gedeelte). Het Koningschap van Christus en de Wetenschap. V. DE WAARHEID. Wat is waarheid 1 Ik ben de weg, en de waarheid, en het ...
Van de Voleinding.
CCLXXXVIII. ACHTSTE REEKS. XXXIII. En ik hoorde eene andere stemme uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, mijn . volk, opdat gij aan hare zonden geene gemeenschap hebt, en opda ...
Van de Engelen.
XXV. Zie, Ik zende mijnen engel, die voor mijn aangezicht den weg bereiden zal; en snellijk zal tot zijnen tempel komen die Heere, dien gijlieden zoekt, te weten, de Engel des Verbonds, aan denwellcen gij lust hebt; zie, hij komt, zegt de Heere ...
Van de gemeene Gratie.
LAATSTE REEKS. XVII. KERK EN STAAT. V. En hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door hem. Colossensen I : I7 Is in het ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. LXIX. Maar die den Heere zooken, verstaan alles. Spreuken 28 : 5b. Wel v.erre er vandaan, dat in het „lijdelijk bij de pakken neerzitten" vroomheid zou schuilen, blijkt alzoo veeleer ruste ...
Van de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. XXXI. Door groote luiheid verzwakt het gebint, en door slapheid der handen wordt het huis doorlekkende. Pred. 10 : l8. De graad van kracht, waarmede onze zondige natuur de zonde bij ons to ...
Het zevende Gebod.
ZONDAGSAFDEELING XI. Maar van het begin der schep ping heeft ze God raan en vrouw gemaakt. Mark. 10 : 6, II. Zoo ligt dan het huwelijk, naar v/e zagen, gefundeerd in de twee mysteriën van ons menschelijk wezen. Dat ééne myster ...
Pro Kege.
TWEEDE REEKS. V. En heeft alle dingen zijnen voeten onderworpen, en heeft hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen, welke zijn lichaam is, en de vervulling desgenen, die alles in allen vervult, Eph ...
Van de Voleinding.
XCVI. DERDE REEKS, XXXIII. Want zoovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgsne geschreven is in het boe ...
Pro Rege.
DERDE REEKS. (Derde gedeelte). Christus Koningschap in het Gezin. I. Doch hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, die van den beginne den mensch gemaakt heeft, dat ...