1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58
54 den arbeid van Kepler en Newton bevestigd en kregen zoo steeds grooter zekerheid. Zijn opvattingen over den bouw en de inrichting van het zonnestelsel worden ook thans nog als juist erkend, en het is, nu de groote kijkers ons zoo vele en nauwkeurige waarnemingen verschaft hebben, zeker ondenkb ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 59
55 afstand, die correspondeert met 9V, billioen kilometers. De afstand van de dichtstbijzijnde ster, a Centauri, bedraagt 4Vj Hchtjaar. Volgens een statistiek, die Prof. Nijland voor eenige jaren publiceerde ^), zijn er 11 sterren bekend, waarvoor de afstand minder dan 11 lichtjaren bedraagt, 28 ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
5è bouw van het heelal. Naar de destijds geldende terminologie hebben wij tot dusver de verzameling van alle sterren met den naam van heelal aangeduid. Bij den tegenwoordigen stand der wetenschap is het echter beter het woord heelal voor een ander begrip te reserveeren. De begrensde verzameling v ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61
57 lijke nauwkeurigheid. Men moet haar daarvoor echter den noodigen tijd laten. Voor het doel, dat wij met dit referaat beoogen, doet het er evenwel heel weinig toe, of de kleinste middellijn van het Melkwegsysteem, waarvoor wij 12.000 lichtjaren opgaven, 10.000, 12.000 of 14.000 lichtjaren zou b ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 62
5é Een lichtstraal, die steeds 300.000 K.M. per seconde aflegt, zal derhalve 56.000.000 jaren noodig hebben om van den laatstgenoemden nevel de aarde te bereiken. Het aantal van deze sterrenstelsels is heel groot. Met een 100-inch kijker ziet men er 2 millioen. Er is echter geen reden om te onder ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 63
59 vraag is nu, of deze wetten blijven gelden, wanneer men zich de wereld oneindig groot denkt. Men heeft wel betoogd, dat de met materie gevulde wereld niet oneindig groot kan zijn om de volgende redenen. 1. Wanneer de in de wereld aanwezige totale materie oneindig groot was, dan zou de gravitat ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 64
60 beschouwen. Het oppervlak van een ei is onbegrensd en eindig. Maar het oppervlak van een plat vlak is ook onbegrensd en oneindig. Men is tot de conclusie gekomen, dat de ruimte gekromd is. Dit overbrengend op het tweedimensionale analogon, zou men moeten zeggen, dat de eigenschappen der ruimte ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 65
61 bij een nog overgebleven moeilijkheid op geniale wijze overwonnen werd. Hij kwam tot de conclusie, dat het heelal niet in evenwicht is, maar in een voortdurende beweging. Het zet uit. Daarom sprak hij van het uitdijende heelal. De kromtestraal neemt met één procent van zijn bedrag toe in 20 mi ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 66
62 worden. Zij heeft de natuurwetenschap in een moeras geduwd, waar de verstikkingsdood haar bedreigt, lezen wij op bladz. 47. The accomodation-Christian world-view kan ook geen hulp brengen. Wij treffen deze wereldbeschouwing reeds aan bij Thomas van flquino, en vinden haar ook tegenwoordig nog ...
1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 67
65 zooveel over natuurphilosophie gesproken wordt, dit begrip niet nauwkeurig gedefinieerd wordt. De tweede opmerking geldt een punt, dat men als van zeer ondergeschikt belang zou kunnen beschouwen. Om legende-vorming tegen te gaan acht ik het echter gewenscht er even op te wijzen. Op blz. 36 sch ...