GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XIII.

BIJ VERSCHOOR.

Nadat Stroobant zich van zijn gezelschap gescheiden had, liep hij Middelburg door, hier en daar binnengaande of in een winkelhuis om inkoopen te doen, of bij dezen of genen zijner vrienden, om hem te spreken. Reeds menig bezoek had hij achter den rug, toen hij, weer op straat zijnde, eenen zijner medereizigers ontmoette. Hij trachtte hem te ontkomen, maar dat ging niet. De medereiziger kwam regelrecht op hem af en zeide: »Dominee, nog een woordje. Tot mijn spijt heb ik gemerkt, dat ge ook al van die predikanten zijt, welke den weg ter zaligheid zoo gemakkelijk en ruim stellen als Verschoor's volk.”

Hebt gij tegen dezen zooveel bezwaar, mijn vriend", vroeg Stroobant daarop, »mij komt het voor, dat Verschoor's stellingen en practijk prijslijk zijn. Men kan van alle zijne stellingen niet één met fundament tegenspreken.”

Zoo”, hernam de ander, »hoe weet u dat toch? ”

Wel”, antwoordde Ds. Stroobant, »ik heb meermalen de conventiculen van Ds. Verschoor bijgewoond en durf zeggen, dat er in die gevoelens niets schadelijks is. Wilt gij er u van overtuigen, ga dan met mij mede, want ik ben juist op weg naar Verschoor. Naar ik hoor toch is hij bij den heer Wilschut gelogeifd en voornemens, om daar een rede te houden."

Neen, dank u dominee. Niet dat ik niet graag zou meegaan uit nieuwsgierigheid. Maar ik vrees voor u zelven. Niets arglistiger dan het menschenhart.”

Het spijt mij, antwoordde Ds. Stroobant, »maar dan scheiden onze wegen.”

Met dit zeggen verwijderde hij zich en snelde naar de Noordstraat, in zich zelven mompelende: »Ik mag mij toch wel haasten, want ie 3 ure] moet Verschoor beginnen en 't is nu al 5 minuten vóór drieën.”

Eindelijk stond hij voor een groot huis stil, als om te onderzoeken of hij terecht was. 't Scheen dat het ondezoek bevredigend was. Hij sprong ten minste een oogenblik later den stoep op en sloeg met den klopper. De deur ging open. Hij vroeg naar de vergadering en men wees hem een groote kamer, waar verscheidene mannen en vrouwen — vooral uit den aanzienlijken stand — tegenwoordig waren. Strooband begaf zich naar den gastheer en stelde zich zelven voor. Zoo donker als hij zag op de verschijning van eenen man, dien hij voor een predikant aanzag, zoo klaarde zijn aangezicht op bij het hooren van zijnen naam. »Ah, wel meer van u gehoord, dominé Stroobant, '' zeide hij, »ik heet u hartelijk welkom. Wil ik u aan Ds. Verschoor voorstellen? ”

Dank u, dank u, " hernam Stroobant, »ik heb hem wel meer gesproken. Daar staat hij." Meteen liep hij op Verschoor toe, en wisselde met hem hand en groet. Meer konden zij niet doen, daar de klok juist drie uren sloeg.

Ieder der aanwezigen zocht een plaats, ook Stroobant, terwijl Verschoor zich achter een tafel zette, de vergadering voorging in het gebed en daarna toesprak. Wij zullen nog even blijven luisteren:

Mijne broeders, onlangs !deed mij eene aanzienlijke vrouw de vraag: of het wel met de Christelijke nederigheid overeenstemt, dat men altijd spreekt van gerechtigheid. Op die vraag heb ik ivet dadelijk kunnen antwoorden, daar ik eerst rijpelijk wilclj nadenken, voor ik sprak. Nu ik dit gedaan Jheb, en de vrouwe, die mij de vraag gesteld heeft, in ons midden is, wil ik u zeggen, wat ik daarop te zeggen heb. De gerechtigheid, van welke een Christen altijd spreken moet, "en van welke hij nooit zwijgen mag, is de gereehtigheid van Christus, die eeuwig geschonken gerechtigheid, welke de Heilige Geest ons door het geloof doet aannemen, en van welke wij, als wij gelooven, belijdenis doen ter zaligheid. Het is de gerechtigtigheid Gods, zonder welke God geen koninkrijk der genade zou hebben. Het is de gerechtigheid des geloofs, zonder welke men niet ten Avondmaal mag gaan, zonder welke men geen goed werk kan doen, zonder welke alle onze gebeden ongegrond zijn en wij niet anders als wilde en woeste bidders zonder vertrouwen, zonder zekerheid zijn, zonder te weten, of wij wel ooit ergens in verhoord zullen worden. Van deze gerechtigheid is de geheele Schrift vol, en het is genoegzaam het eenige, dat de Heilige Geest ons leeren wil. Gijlieden weet ook wel, dat het formulier van het Avondmaal vereischt, dat een iegelijk, eer hij ten Avondmaal gaat, zijn hart onderzoeke, of hij ook deze gewisse belofte Gods gelooft, dat hem alle._ zijne zonden alleen om des lijdens en stervens Jesu Christi wille vergeven zijn, en de volkomen gerechtigheid Christi hem als zijn eigen toegerekend en toegesehonken zij ; ja zoo volkomen alsof hij zelf in eigen persoon voor al zijne zonden betaald en alle gerechtigheid volbracht hadde. Van deze gerechtigheid altijO en overal en met alle menschen te spreken, komt zeer wel overeen met de Christelijke nederigheid. Want iemand, die dat doet, schrijft niets aan zich zelven toe, maar alles aan God, Hij offert niet van zijn eigen gaven, , hij rookt niet aan zijn eigen netten, hij maakt zijn eigen kracht niet tot zijn God. Maar _ sommigen, die men fijnen noemt, zijn zoo grof, dat zij de Christelijke nederigheid doen bestaan in het verloochenen van Christus' gerechtigheid, in het omverstooten van de verlossing, in het twijfelen aan de zaligheid, in hun eigen arbeiden, om zalig te worden, toonende alzoo, dat zij het Christelijk geloof nooit verstaan hebben, en dat zij verdienen willen hetgeen al verdiend is, en hetgeen haar om niet gegeven moet worden....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Jets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's