Ook deze week bracht ons
Ook deze week bracht ons weer het bericht van twee kerken, die zich door afwerping van het juk der Synodale Hiërarchie, weer eerlijk onder het juk d^ Heeren hadden gebogen.
Ditmaal waren het Hijlaard en Bunschoten van waar deze tijding van verlossing kwam, en wat voor beiden een star der hope mag heeten, ook de predikanten dier plaatsen, Ds. Sikkel en Dr. Van Goor, gingen van harte in deze Reformatie voor en meê.
Wel gelukkig mag men de weinige kerken roemen, wier herders thans met deze kloekheid zijn aangedaan.
Herders die achter de schapen aan komen drentelen, is een zoo droef, een zoo ontmoedigend, zoo weinig bezielend tafereel.
Toch zij men niet te hard in zijn oordeel.
Onze ongelukkige predikanten zijn bijna allen door de smeltovens van de Overheidsuniversiteiten doorgegaan, en ge weet, hoe Beets zelf, aan een dier scholen optredend, klaagde dat niets hem zoozeer trof als de jammerlijke karakterschaarschte.
Zulk een vijfjarig verblijf aan zulk een academie is voor iemand die orthodox in een orthodoxe kerk zijn zal, een sielsbederf.
Niet voor den Neoloog. Die is er in zijn element.
En ook niet voor den Moderne. Diens papieren rijzen er voortdurend.
Maar wel voor de ojigelukkige tobberds, die er half orthodox vandaan moeten komen, en toch den anti orthodoxen cursus door moeten maken.
Dan hangt men in het treurigst dualisme.
Maakt op zijn Ritschl's van het „dualisme" ten leste een kwansuis geleerd .systeem.
En gaat de kerk in, om ook daar datzelfde verderfelijk dualisme te „beleven", zooals de heeren in hun germanistische droomen bazelen, t. w. het dualisme tusschen den hoog te loven leeraar en de diep te onderdrukken gemeente.
Komt daar nu later iemands hart tegen op, en voelt hij dat het toch ergerlijk is, derwijs met de Gemeente des Heeren te spelen, o, dan breekt hij wel met die Hiërarchie in zijn hart; maar om er ook in zijn pastorie en in zijn positie meê te breken, is nog zoo heel iets anders.
Daartoe is een moed van karakter noodig, die dan in het hart vaak niet gevonden wordt.
En zoo sluit de wond zich dan schijnbaar dicht;
En gaat het van binnen zweren.
Tot het te erg wordt, en de buil uitbreekt. En dan ziet men soms verlossing kómen.
Verlossing doordien God ze van hun eigen zwakheid afbrengt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 30 januari 1887
De Heraut | 4 Pagina's