GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van Moderne zijde begint men lont te ruiken.

We waren met. ons drieën saam in het ééne Genootschap en nu had men zeer goed den gemeenschappelijken boedel kunnen verdeden en in vrede uiteengaan.

Ons blad heeft hiervoor altoos geijverd.

Onze hoofdredacteur beval dit reeds in 1873 aan.

En nog in htt *Laatste woord aan de Synode'' is een iegelijk gebeden, om toch liever dezen weg van vreedzaam uiteengaan te kiezen, dan dien van geweld en bitterheden.

Maar . . . het mocht niet baten.'

Modernen en Irenischen saam hadden het program van een «klopjacht tegen de Gereformeerden" nu eenmaal vastgesteld.

En ; oen zijn de lange honden losgelaten en de klopjacht begon.

Maar thans gaat men toch vragen, of dit wel wijs was.

De vraag of het recht was, laat men nog rusten. Daar is men nog niet aan toe.

Men is nog slechts aan het uitrekenen, en nu ruikt men in zooverre lont, dat men denkt: »Die lange honden konden op ons ook wel eens afgestuurd worden!"

Hoor maar wat Ds. E. J. T. van Dissel van Bladel in de Hervorming schrijft:

De oproermakers moeten in kort gediiig worden terecht gezet. — Straks gaat het met nieuwen lust aan den gewonen arbeid." Ik hoop en vertrouw dat de tijd toenadering zal brengen, en zou derhalve willen aanraden in dezen veelbewogen tijd niet uiteen te gaan, maar aan de jareii over te laten de geesten weer openbaar te doen worden. (Zie Kerkelijke Ct. en de Hervorming, ingezonden stukken, 5 Febr. jl.)

Die woorden lezende, rees de vraag bij mij op, geven zij, die aldus spreken, zich niet over aan eene illusie? Ik geloof ja.

In het laatste jaar is de strijd tegen de Modernen wel niet zoo hevig geweest, met de Orthodoxen (ook Irenischen) is de vrede echter nog niet geteekend, hoogstens is er een wapenstilstand. Het niet-gedoofde vuur zal straks na de uitbanning der doleerenden, waarbij ook de hulp dor Modernen noodig is, met vernieuwde felheid ontvlammen.

En na dan allerlei uitingen van Irenische zijde te hebben geciteerd, citeert hij ook deze schoone woorden van den heer Mr. Van den Brandeler, waar deze van het bondgenootschap tusschen Irenischen en Modernen zegt:

Dit bondgenootschap kin evenwel niet van langen duur zijn en moet noodwendig uiteenspatten, zoodra he gevaar, hetwelk de kerk thans bedreigt, bezworen is. Men bereide zich tijdig voor om de ontevredenheid en ergernis op te heffen, die de aanslagen in de laatste jaren door onze kerkelijke besturen en door de Synode in de eerste plaats op de belijdenis onzer Iserk gedaan, verwekt en het otitstane conjlict minstens verhaast hebben.

Meu verbeelde zich toch niet, dat, wanneer het

Amsterdamsch conflict van de baan is, alles weer zijn normalen gang zal gaan. Nog steeds blijft het vuur onder de asch smeulen, om telkens opnieuw te ontvlammen. Op den duur kan de toestand van gewapenacn vr niet blijven bestaan. Die toestand is valsch, der onwaardig. Dat zij, die zich met den geest en hoofd inhoud onzer belijdenis niet kunnen vereenigen, de kerk verlaten, achten wij niet meer dan natuurlijk en eerlijk, maar met welken naam zullen wij hen bestempelen, die noch in den Christus der Schriften, noch aan zijne wonderen, zijn zoendood, zijne lichamelijke opstanding geloovende, desniettemin niet alleen m de kerk blijven maar zelfs alles trachten te doen, wat zij kunnen om haar naar hunne denkbeelden te hervormen? Het is & & t Kerk vrij onverschillig vrixviaarketd is, a maar orde ea rust in haar midden verzekerd zijn. Wie begrijpt niet dat hier (vrijheid en toelating van hdmaten) een omoaardig spel gedreven wordt, met hetgee men noemt de belijdenis der Kerk? Dit noemikgeene oplossing maar smoring der belijdems-quaestie. Is het niet alsof men zeide: ik geef u vniheid de deur van het gebouw tegen alle indringers te sluiten, als ons de vrijheid gelaten wordt langs andere wegen den toegang te openen voor degenen, die wi| wiuen binnen laten. Op deze wijze wordt de vrede met hersteld, de breuk niet geheeld. Wij herhalen wat wi) reeds vroegen zeiden {Wag. Weekblad 13 Jan). Het gebeurde zij ten waarschuwend voorbeeld, dat men een verkeerden weg is ingeslagen en op de ouit puien moet terugkeeren. Wij roepen der Synode, den kCTkeh]fcen be sturen en allen wie het aangaat toe: Herstelt-^tx. gij bedorven hebt en geeft aan onze Ned. Herv. Kerk haar belijdend karakter weder, dat gij zoo •willekeur getracht-hebt haar XÜ ontnemen, opdat zij tot haren bloei wederkeere.

Och, dat alle Irenischen eens in dien toon zongen.

Doch nu merkt Ds. Van Dissel dan ook op:

Bij zulk eene stemming van geachte woordvoerders en toongevers der gematigde orthodoxie zijn straks weer allerletd quaesties in den boezem der kerk te verwachten. Zelfs in de dagen van wapenstilstand-borden over vacature-dienst ergelijke tooneelen aanschouwd, zooals Ds. De Haas van Winsum er ons onlangs een teekende en die Ds. Van Melle de ontboezeming ontlokte: {Kerkel. Ct. 26 Febr. '87) »het modernisme »»< '«' dekerk uit, krachtens inmanente werkingen. Alleen de reactie geeft er nog kracht aan in de Kerk." En als men verneemt dat met goedkeuring van hoogere bes ren, hier riugpredikanten hunne oflicieële diensten, om des vredes wU, eenvoudig maar niet waarnemen; elders dat een consulent (van Dieren) om erger te voorkomen, door een ander wordt vervangen; (als consulent van eene orthodoxe gemeente weet ik van dergelijke dingen meê te Spreken en ondervond hoe men wordt tegengewerk en bemoeilijkt indien men zijn plicht wil vervullen en van zijne rechten geen afstand doen); de-zeer gematigde president-kerkvoogd van Kollum verklaart: «Den kansel af te staan aan een uitgeweken en buiten de Ned. Herv. Kerk staanden predikant ware evenmin raadzaam als dien beschikbaar te stellen voor predikanten van geheel tegenovergestelde richting, zoo vee schillende van die welke door het meerendeel der gemeente wierd beleden."

Is het mogelijk bij zulke toestanden, die in aantal Zullen toenemen, (ook ringpredikanten en consulenten laten zich niet altijd op zij zetten) dat de vrede onder een kerkverband bewaard blijft; zullen niet als het «conflict van de baan is" nog meer hartstochten worden ontketend of onverschilligheid worden bevorderd? En moet eerst de gemeente nog meer gedemoraliseerd worden, alkeer en afscheiding van de kerk toenemen, — nog meer ergernis, en schandaal worden gegeven, eer men zal gaan beseffen dat «uiteengaan" een gebiedende eisch is”

Natuurlijk tot die vraag moest, het komen. Men bleef een driedrachtig gezelschap, en daarin ligt voor de Synodale organisatie in de toekomst toch altoos weer een kiem des doods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's