GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVI.

Een nieuwe poging tot behoud van Ds. Stroobant.

Daar was slechts e'én verlangen bij al de broeders van de Classis Walcheren, nl. om de zaak van Ds. Stroobant, 200 maar eenigszins mogelijk, tot een goed einde te brengen. Maar Stroobant weigerde uitdrukkelijk met de Classis en hare gedeputeerden te spreken, »om zijner incapaciteit zoo hij voorgaf." Maar de Classis hield aan, wel wetende, hoe eene schriftelijke behandeling zou gelijk staan met slepen der kwestie.

In die dagen was er te Hoeck een onderwijzer noodig. e Classis, die in dien tijd het examen en de approbatie van de benoeming der schoolmeesters had, zag ditmaal zeer streng toe, of die van Hoeck soms eenen antinomiaanschen onderwijzer zouden benoemen. Toen dus Abraham Kof door het Collegium Qualificatium als schoolmeester van Hoeck den i6en Juli 1693 voorgedragen werd, examineerde de Classis hem niet alleen op zijne bekwaamheden in het »lezen, schrijven, zingen'', maar approbeerde ook de benoeming onder voorwaarde »dat hij zorgvuldig zou hebben te vermijden de antinomiaansche gevoelens en dezelve naar zijn vermogen tegen te gaan, en de kinderen niets anders inscherpen dan de rechtzinnige waarheid, in Gods Woord en Catechismus begrepen. Mocht hij zich echter in die schadelijke gevoelens inlaten, dan zou de E. Classis zulks naarstig onderzoeken en daarover.naar bevind van zaken met hem handelen. Ondertusschen bleef Ds. Stroobant aandringen op een schriftelijke behandeling zijner zaak. En toen hij hierin niet slaagde, verzocht hij de Classis zijne schriften nog eens te doorlezen en dan hem mee te deelen, wat haar daarin mishaagde. Ook wenschte hij te weten, welke andere stellingen en spreekwijzen hij gebruiken moest, om weer als orthodox predikant erkend te worden. Doch ook hierin kwam. men hem tegemoet. De Classis was ernstig, Stroobant niet.

De wijze volharding der Classis droeg eindelijk in December vrucht. Toen toch verzocht Ds. Stroobant den dag te weten, waarop hij met de gedeputeerden moest spreken. Het gesprek werd gehouden en het resultaat daarvan aan de vergadering van 11 Maart meegedeeld. De indruk van dit rapport bij de broederen was dat: »Hoewel Ds. Stroobant in eenige dingen naderbij gekomen is, als voor hem de vergadering echter geen contentement nemen kan in dat verzoek, waarbij Ds. Stroobant alsnog persisteert, om geëxcuseerd en geduld te mogen worden in het niet durven bepalen van een grooter of kleiner getal dergenen, die zalig of niet zalig worden. Alsmede met in vele onzekere antwoorden, die Z.Eerw. over 't stuk van het geloof, de twijfeling, de vergeving van zonden enz. tegenwoordiglijk nog gegeven heeft. Opdat men echter eens tot een einde van dit intricaat werk mocht komen is verder goedgevonden, de Gedeputeerden voorop (die bedankt worden voor hunne devoiren, tot hiertoe aangewend) te verzoeken, de vorige acten, die ook de feiten raken, naarstiglijk te onderzoeken en daaruit op te nemen die stukken, die daarin bevonden worden, waarlijk ten laste van Ds. Stroobant te liggen. Daarbij voegende alle zoodanige stellingen en expressiën, die afwijkea van de orthoioxie dewelke Z.E. in zijne latere handelingen bij de E.E Gedeputeerden en de classis in woord en schriften heeft laten invloeien. Waaruit dan de Gede^ puteerden jrclast worden op te maken zeker concept van eene acte, in welke over alle de controverse punten der leere in dezen aangeroerd, aan de eene zijde de orthodoxe waarheid rondelijk en gezondelijk worde voorgesteld, en aan de andere zijde daartegen gesteld de vreemde expressiën en leerpunten, bij Ds. Stroobant te voren geopperd, ten einde alzoo uit de erkentenisee van de eerste waarheden en de veroordeeling van de laatste dwalingen aan de E. Classis ten volle blijken mochte de oprechte meening en confessie van Ds. Stroobants orthodoxie.

Bij de commissie, voor deze zaak benoemd, werd ook Ds. Joh. Huising gevoegd.

Den 3den Juni' 1694 kwam het geschrift, door de gedeputeerden opgesteld, ter tafel, en werd Stroobant verzocht het te onderteekenen. Deed hij dit, dan was de zaak uit. Maar verklaarde hij het niet te kunnen onderleekenen, dan zou hij het in afschrift krijgen, om het te lezen en er zijne bezwaren tegen in te brengen. Het geschrift begint aldus :

Concept van orthodoxie en heterodoxie over de van Ds. Ph. Stooband opgesteld.

Onder alle ketterijen zijn er geene, door welke de wegen des Heeren zoo merkbaar worden verkeerd, a's zulke, die aan de menschen den lossen toom geven in de besturing van hunne gemoederen en zeden. Van deze soort is bijzonder het Antinomianisme, 't welk uit een verkeerde opvatting 'van sommige geloofsartikelen meeSt gevallen is op de regelen van de Christelijke praktijk en onder voorwendsel »van de vrije genade", de vrijheid misbruikt hebben, tot eene oorzake voor het vleesch en de genade Gods veranderd in ontuchtigheid. Weshalve de kerk te allen tijde een zwaren strijd daarmede gehad heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Lets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's