GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Deslagen Gods over de Gereformeerde herk zijn nog heilzame slagen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deslagen Gods over de Gereformeerde herk zijn nog heilzame slagen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

daarhenen g: ericht, om de verderfeiyiie zouden van ons te dryven.

DOOR

w. TEELINCK.

Het is zeker en gewis, zoo wij slechts daar wel op letten en ons profijt daarmede wel doen willen, dat ja de allerzwaarste gangen Gods over zijn volk altemaal goedertieren wegen zijn. Want de Heere kastijdt en straft ons slechts, omdat wij zouden ijverig worden en ons beteren, (Openb. 3:19). Hij werpt ons slechts in den oven der verdrukking, omdat Hij ons zou zuiveren, gelijk men zilver loutert en goud vaagt (Zach. 13 : 9; i Petr. 2 : 6, 7). Hij zit dan ook over ons als een smelter en heeft een wakend oog, om daar toe te zien, dat wij door de verdrukking niet mochten beschadigd worden (Mal. 3:3). Maar dat wij slechts als vaten der eere, van de roest der zonde bevrijd zijnde, daaruit schooner voortkomen mochten, ter eere onzes Gods (Spr. 25 : 4).

2. Gods slagen zijn dan heilzame slagen, zijne wonden zijn genezende wonden; Hij verstoort vele gemeenten der Gereformeerden en laat voor een tijd hare uiterlijke gedaante vervallen, omdat Hij waarlijk in ons zoude werken die allerschoonste gedaante van de nieuwe creature, en dat Hij ons zoude beier doen betrachten de kracht der godzaligheid, welke allerheerlijkst, allerschoonst, allerkostelijkst is. Zoo slaat Hij ons maar dus voor een wijle tijds onder de draken (Ps. 44 : 20), omdat Hij ons voor altoos en eeuwiglijk zoude zetten onder de engelen. Hij kastijdt ons hier op aarde in de wereld, opdat wij hiernamaals niet zouden verloren gaan met de wereld. Hij wikkelt slechts hier op aarde onze gemeenten in de eene of andere plaats in woelingen, om haar daar of elders des te schooner en heerlijker weer op te bouwen, gelijk een rijk heer, die een deel van zijn huis omwerpt, om het schooner op te trekken. Wij hebben zulks voor dezen in verscheidene gevallen gezien, wij mogen het nog verder hopen in dezen nood. Den woesten Moabiet, den onbesuisden Ammoniet, en zoo andere heidenen, straft de Heere wel met eene geheele verderving; maar zijn eigen volk kastijdt Hij maar met mate; alleen terj behoudenis en niet ter verderving (Jes. 27 : 7, 8; 2 Cor. 10:13)

3. Zoo moeten wij het dan ook gewisselijk daarvoor houden, dat de Heere onze God deze groote beroering over de Gereformeerde kerk niet maakt, om haar te verderven of de Protestanten uit te roeien. Maar het is Hem alleen te doen om onze zonden uit te roeien en de Gereformeerde kerk alzoo des te schooner voort te zetten, ook hier op aarde.

4. Het is waar, de Heere God in zijnen grimmigen toorn roeit wel sommige personen uit naar ziel en lichaam, tijdelijk en eeuwiglijk, maar dat doet ook de Heere alleen over een vervloekte paal, hoedanig Gods volk niet is. (Mal. 1:4)

5. Hij doet zulks alleen over zulken, daar de zonde zoo aangebakken was, dat zij daar niet van af te scheiden was. En dan doet Hij dat nog voor de oogen van al de wereld, om nog de zonde te beter uit te roeien in anderen, welke, zulks ziende, mochten daaruit leeren vreezen zulke verderfelijke stukken mede te plegen (Deut. 21:21).

6. Rukt ook de Heere nog eenige vromen weg uit de wereld temidden dezer algemeene beroering, die de Heere nu maakt onder zijn volk. Hij doet nog zulks aldus, om de rest temeer van de zonde af te schrikken, dat zij bedenken moesten, zulks ziende aan het groene geschieden, wat aan het dorre gebeuren zal (i Petr. 4:18).

Het is dan de Heere al om de zonde te doen, zoo wil Hij, dan niet ons, maar onze zonden bederven. Hij wil niet den dood des zondaars (Ezech. 33 : 11), maar der zonde (Rom. 8 : 12). Zoo heeft ook de Heere Christus geene verzoening gemaakt tusschen God en de zonde, want Hij is der zonden dienaar niet (Gal. 2 : 17); maar tusschen God en den zondaar (Rom. 4 : 5; 5 : i). En dat ook met zulk bescheid, dat nu de verzoende zondaar ook zou beginnen met God de zonde te haten, en zich met God opmaken tegen de hatelijke zonde (Rom 6 : 12). Daartoe moeten wij ons dan ook verkloeken en zien, dat wij ons onthouden van onze stoute zonden, willen wij, dat de Heere ophoude van zijne zware plagen.

Hieruit kunnen wij dan ook wel afnemen, wat wij voor het toekomende te verwachten hebben, zoolang eenige beminde zonden in ons hart of eenige merkelijke bekende zonden in Gods kerk onder ons blijven, die wij van ons niet willen wegdoen, daar nochtans de Heere die haat met eenen volkomen haat (Deut. 35 : 16; Ps. 5), en daarop het nochtans de Heere gemunt heeft in alle de zwarigheden, die Hij over zijn volk komen laat. Zoo wil de Heere steeds nog met zijne heilzame plagen en straffen ons op den hals wezen. Want zijn wij. daar wij ons voor uitgeven Gods eigen volk, zoo wil Hij ons gewisselijk niet laten verloren gaan door gebrek aan behoorlijke tuchtiging. Maar gelijk Hij ons verkoren heeft uit alle volkeren, zoo wil Hij boven alle volkeren, ons ook te huis zoeken in al onze misdaden (Amos 2 : 3), gelijk Hij aireede begonnen is. Ja, Hij wil liever zijn uiterste poging aanwenden, dat ik zoo spreke, al zou Hij alle boomen tot roeden maken, om de zonde van ons af te drijven, opdat wij nog mochten verschoond en behouden worden.

2. Wanneer de Heere eenen woesten Moabiet, die Hem vreemd is, of eenen onbesuisden Edomiet, dien Hij zich verder niet aantrekt, voor heeft, die straft Hij zoo wel eens als andermaal voor de hand af en laat hem dan voorts gewor­ den, uitstellend zijne uiterste straffe tot den uitersten dag des oordeels; maar alzoo doet de Heere niet met Israel' raet zijn eigen volk, hetwelk Hij niet wil ontvolken. Dat wil Hij hier ten uiterste oordeelen, opdat zij hiernamaals niet zouden geoordeeld worden (i Cor. 11 : 32)

De Heere, onze genadige God, die zag het liefst, dat zijn eigen volk zich wou beteren, op zijn Woord. Maar als Hij ziet, dat zij daarop niet zeer passen, zoo neemt Hij nevens zijn Woord de roede der tucht in de hand, en dat eerst alzoo, dat Hij slechts ds zijnen kastijdt als zijne lieve kinderen met eene teere hand (Ps. 89 : 31, 32). Maar wil dan zulks alles nog niet helpen, zoo begint Hij met nieuwe plagen zijn volk aan te tasten. Hij begint dan ja, hen te slaan, alsof Hij een vijand sloeg, met onbarmhartige geeseling om hunner groote misdaad wille {]tT. 30 : 14) Zijne dienaars zijn dan al te slaphandig, om zulke halsstarrigheid zijns volks te straffen! Hij begint dan ja, de zaken zijns Veibonds zelf te bepleiten met de zwaarste plagen. Dan geeft Hij zijn zwaard bevel, dat het zou dronken worden van het bloed zijns volks. Dan schiet Hij af de pijlen der pestilentie, dat de lichamen vertreden worden als drek op de straten, dan laat Hij den zwarten honger voortkomen en verteert de schoonheid der menschenkinderen als een mot of made. Hij komt dan met dtn btzcn der verderving (Jes 14 : 23), om alzoo de moedwillige kwaaddoeners uit zijn huis weg te vagen, opdat de reste nog mocht verbettrd worden (Hos. 9:15) Zie ook Ezech. 20 ; 37, 38) Ja de Heere pleegt wel twee derde deelen zijns volks te verdelgen, om een derde deel nog te behouden (Zach. 15 : 8). Even gelijk wij zien, dat een welgezochte medicijnmeester besluit liever een arm of been, cf die beide af te zetten, dan zijn patiënt, die nog bij het leven zoude kunnen behouden worden, ongeholpen te laten (Matth. 5 : 28).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Deslagen Gods over de Gereformeerde herk zijn nog heilzame slagen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's