GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Een opmerkelijke verklaring van Spurgeon.

Dat Spurgeon in hoofdzaak bedoelt, wat ook de doleerende Gereformeerde kerken in Nederland op het oog hebben, blijkt uit diens tijdschrift Zwaard < « Truffel, December 1888. Daarin schrijft hij in een opstel over «Pogingen om het onbereikbare te verkrijgen", het volgende:

»Eenige vrienden verlangen, dat rhet nadruk zal gewezen worden op de herhaalde debatten in »de Londensche Baptistische vereeniging", over de ^'raag of men eene belijdenis als grondslag hebben zal, en wat die grondslag zijn moet, indien men uitmaakte, dat men er een hebben wilde. Men schijnt algemeen van meening, dat ik de oorzaak van al dien strijd geweest ben, en dat, zoo ik er aiet in optrad, ik tenminste aan de draden getrokken heb. Maar dat is niet waar. Ik heb met groote belangstelling den strijd der orthodoxe broeders gadegeslagen; maar ik heb nooit geraden die worsteling te beginnen, noch ooit voedsel gegeven aan de hoop, dat men er iets door winnen zou. De weg, dien ik mij afbakende, liep anders. Zoo spoedig ik zag, of meende te zien, dat de dwaling vasten voet gekregen had, aarzelde ik niet langer, maar verliet onverwijld het lichaam. Sedert dien tijd was mijn eenige raad steeds: «Verlaat de Unie." Al heb ik mij verheugd bij de openbaring van liefde tot de waarheid van Christus in andere handelwijzen, toch heb ik gevoeld, dat geen protest op één lijn kan gesteld worden met bepaalde schéding van een kwaad, waarvan men zich bewust werd.

Ik heb nooit aan de Unie of aan de Associatie het aanmatigend voorstel gedaan, dat ik persoonlijk zou terugkeeren, als men eene geloofsbelijdenis aannam; maar integendeel zeide ik tot de deputatie der Unie, dat ik niet zou terugkeeren, totdat ik zou gezien hebben, hoe de zaken gingen, en ik weigerde mijn personeele actie te laten afhangen van de overweging van een vriagstuk, hetwelk eene kvensquaestie voor de gemeenschap is. Ik zocht nooit van de Associatie te verkrijgen, dat zij het aannemen van eene belijdenis in overweging nemen zou; maar integendeel, toen men mij voorstelde, dat mijne afzondering zou ongedaan zijn, totdat men genoemd gewichtig punt had overwogen, verzekerde ik den broederen, dat, wat ik gedaan had, een beslissende stap geweest was, en datjmijne actie niet afhing van de hunne inzake eener beUjdenis, . De poging om een grondslag tot-vereeniging in de Associatie te verkrijgen, moest men beschouwen als eene zaak, geheel van mij afgescheiden."

• Men ziet hieruit, dat de positie, welke Spurgeon inneemt, juist dezelfde is, die de doleerende kerken innemen. Ook wij blijven den strijd van Gereformeerde broederen met belangstelling, gadeslaan, welke zij nogmeenente kunnen strijden binnen de muren van het genootschap, al is bij ons de overtuiging als bij Spurgeon, dat het toch niets baat. Men verwringe de waarheid echter niet door te zeggen: «Spurgeon zou ten onzent niet aan uwe zijde staan, als hij in Nederland arbeidde.*' Een geest als de zijne zouden we kwalijk als «synodaal" ons kunnen voorstellen. Het bovenstaande doet ons duidelijk zien, dat in den strijd voor

de waarheid tegen het ongeloof bij Spurgeon het Schriftwoord geldt: »Heb geene gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veleer."

Duitschland. Von Bismarck, doctor in de theologie.

Prins Von Bismarck is door de Universiteit van Giessen eershalve doctor in de Godgeleerdheid gemaakt! Het is ons niet bekend, dat de groote staatsman zich ooit op het terrein van de Godgeleerde wetenschap bewogen heeft. Van den gewezen Engelschen eersten minister Gladstone hebben wij indertijd medegedeeld, hoe hij een werk schreef om de aanvallen der hedendaagsche critici tegen de vijf eerste boeken van Mozes af te weren; van Von Bismarck is ons nooit iets dergelgks ter oore gekomen. Waarom men hem in Giessen toch den doctorstitel gaf? Aan deze Universiteit geeft het nieuw opgekomen rationalisme den toon aan, en ofschoon de rijkskanselier nooit zich daarmede homogeen verklaarde, maar integendeel steeds zich als een positief man in zijne belijdenis deed kennen, heeft men hem toch een bewijs van sympathie willen geven. Het neo-rationalisme in Duitschland ziet toch met leede oogen aan, hoe er een streven is ontstaan om meer vrijheid voor de Evangelische kerk te verkrijgen, sedert door zoo goed als geheele afschaffing der beruchte Meiwetten aan de Roomsche kerk hare zelfstandigheid is hergevent De eisch, dat de Evangelische kerk op voet van gelijkheid met de Roomsche zal behandeld worden, wordt in de Pruisische kamer van afgevaardigden met vuur door den heer Von Hammerstein gesteld; doch bekend is het, hoe de Rijkskanselier aan genoemd streven, hoe rechtvaardig ook, bepaald vijandig is. Nu spreekt het wel vanzelf, dat de neo-rationalisten daarom met Von Bismarck dwepen; zoo spoedig de kerk de handen vrijkreeg om te doen, wat Gods Woord gebiedt, nl. de wolven uit de schaapskooi Christi weren, dan zouden zij allereerst aan de beurt liggen. Daarom heeft hij, die de vrijmaking der kerk tegenhoudt, hun hart, al is hij overigens rechtzinnig. Von Bismarck bestrijdt het streven van Von Hammerstein, omdat hij van oordeel is, dat, wanneer de kerk meerdere zelfstandigheid verkrijgt, de macht, die langs historischen weg de koning van Pruissen als opperste bisschop der Evangelische kerk, verkreeg, verdwijnen zal. Daarom zal de invloedrijke staatsman zoo lang mogelijk tegenhouden, dat aan de Evangelische kerk zal gegeven worden, wat de Roomsche kerk wist af te dwingen.

Niet enkel in het stuk der kerkregeering is Von Bismarck het Christelijk element van Duitschland tegen, maar ook in dat der Zondagsviering. Ook dit verklaart het besluit der Giessensche faculteit.

Japan. Vordering van het Christendom.

Reeds vóór eenige jaren is in Japan deheidensche staatsgodsdienst (? ) opgeheven door een edict, waarbij alle priesters der daar heerschende afgoderij ophielden staatsdienaars te iijn. Sedert dien tijd heeft het Christendom zich snel over Japan uitgebreid.

Een Engelsch zendeling schrijft: »Wij leven hier in de nabijheid van „het land der opgaande zon"; maar zoo snel zijn de vorderingen der beschaving, dat het voor ons, die in het oude spoor wandelen, moeilijk is om de reuzenstappen na te gaan, die het jonge Japan gedaan heeft. Het Sintoïsme (aanbidding van zon, maan en sterren) of schitoïsme, gelijk anderen het noemen, heeft zoo goed als uitgediend; het Boeddhisme kwijnt weg, en zijne priesters erkennen, dat zijne dagen s^eteldzijn. De priesters van het Boeddhisjne hebben in vele plaatsen de namen van »bisschop'' of «predikant" aangenomen; daarbij stichtten zij Zondagsscholen, terwijl aan het Boeddhistisch college te Kioto, waar de priesters, welke die afgoderij moeten dienen, worden opgeleid, een Europeaan onderwijs geeft in het Oude Testament. Natuurlijk is dit een voorstander van de critiek door Wellhausen c. s. op dat deel van Gods Woord uitgeoefend. Het Japansche keizerrijk is bijna bereid om den Christelijken godsdienst aan te nemen, en wanneer de kerk overal ontwaakte en een duizendtal zendelingen naar Japan zond, dan zou men wellicht het wonderlijke schouwspel zien, dat eene natie als in éen dag herboren werd. De groote macht van het Boeddhisme, die in China den spot drijft met alle pogingen van kerken en Zendingvereenigingen om aldaar de banier van het kruis te planten, is in Japan uit den weg geruimd. Alle denkende menschen, ook zij, die zich om de dingen van Gods koninkrijk niet bekommeren, zeggen, dat de Christelijke godsdienst de godsdienst der toekomst voor Japan zijn zal. De komst van vreemdelingen wordt in het binnenland met vreugde begroet, terwijl hooge ambtenaren gaarne in gezelschap met Evangeliedienéiren verkeeren."

Er moge veel verblijdends in dat bericht van den Engelschen zendeling gelegen zijn; toch vreezen wij er voor, dat de plant van het Christendom daar zal opschieten als een waterloot. Ook is het te betreuren, dat het Christendom over het algemeen aldaar in Methodistisch-Episcopalen vorm ingevoerd wordt. Daarbij is het te bejammeren, dat men er over denkt om het Christendom tot staatsgodsdienst te verheffen.

Maar.... de Heere staat aan het roer van het scheepke zijner kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's