GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoe Jzak sunderman naar Oost Jndie ging en daar krankenbezoeker werd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe Jzak sunderman naar Oost Jndie ging en daar krankenbezoeker werd.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Izak Sunderman is geen beroemde naam. Zoo hij niet over zichzelven geschreven had, zou zijn naam der vergetelheid prijsgegeven zijn. Nu hijzelf ons in de gelegenheid gesteld heeft, hem te leeren kennen, en wel op zijne reis naar Oost-Indië en terug, willen wij hem aan zijn eigen hand volgen.

In den jare 1661 werd Izak Sunderman geboren uit Johan Sunderman en Anna Maria Stumphius. Van moederszijde was hij familie van een predikant in Nederlandschïndië. Langenberg (Duitschland) was zijn geboorteplaats. Toen hij 17 jaren oud was, bekroop hem de lust om te reizen Eerst zwierf hij rond aan de Moezel, Zelfs Parijs bezocht hij. Zes jaren was hij werkzaam bij een koopman; toen werd hij onderwijzer. Maar dat leven schijnt hem wat stil geweest te zijn. Toen hij te Limburg kwam, ontmoette hij twee Zwitsers, die hem zeiden: »Wij gaan naar Oost-Indië." Die gedachte beviel hem en spoedig was hij het met hen eens, om samen te gaan; want hij herinnerde zich den oom, die predikant was. In Amsterdam gekomen, ontmoette hij een Jood, dien hij vroeg: »Waar gaat men hier naar Oost-Indië toe? " Die man bracht hem bij een zielverkooper, welke hem twee weken te eten en te drinken gaf, mits hij 100 daalders aan hem verdiende. Daar het schip, voor 'twelk hij aangenomen was, te Vlissingen lag, moest hij, die te Amsterdam was aangeworven voor de Kamer van Zeeland, met zijn lotgenooten in kleinere vaartuigen naar Zeeland op de groote schepen gebracht worden. De voorstelling, die hij van het matrozenleven gekregen had, was waarlijk niet rooskleurig; want een oude matroos zeide hem: »Wie voor matroos naar Oost-Indië varen wil, die moet half duivel, half mensch zijn. In Zeeland op het groote schip gekomen, kreeg hij ten eerste rouwkoop, toen hij zag, dat de stuur-en bootslieden hem en de andere matroien met een touw naliepen, om hen te dwingen het scheepswerk te doen. Hoe gaarne ware Sunderman toen nog aan land gegaan, maar de heeren bewindhebbers, die nog eens aan boord inspectie deden en wien hij het verzoek deed, hem aan land te laten gaan, zeiden: »Gij kunt niet, gij zijt nu aan da Compagnie dienstplichtig; aan de Kaap (de Goede Hoop) kunt gij blijven." Hij antwoordde: »Ik zal nog honderd slagen krijgen, eer ik aan de Kaap kom." Doch zij beloofden: »Wij hebben aan den schipper order gegeven, om u geen kwaad te doen." En zoo is geschied. »Wij lichtten dan", zoo verhaalt Sunderman, sonze zware ankers voor Vlissingen, ons marszeil in top, de ipan aan 't roer en zoo voeren wij der genade Gods bevolen. Wij raakten ten eerste het land uit het gezicht, dan voeren wij achter om Engeland, omdat het oorlog was. Ons zwaarste werk was eerst de ankers en ankertouwen op te winden en de zeilen bij te maken. (Ik geloof, dat ieder anker van een schip van 145 voet wel 3000 pond zwaar is) Onze schippers, stuurlieden en scheepsofïicieren waren Zeelanders, allen Gereformeerden, gelijk het de Staten-Generaal en de Oost-Indische Compagnie verstaan en bevelen. Maar het lagere volk was meest Brabanters en Vlamingen, bitter Paapsch, gelijk die natie toen was. De reis duurde vijf maanden, eer het schip aan de Kaap was. Onderweg stierven drie a vier mannen, die over boord in zee gezet werden.

Op voorspraak van den gouverneur der Kaapkolonie, Simon van der Stelle, mocht Sunderman aan de Kaap blijven. Aangaande het land, waar hij toen eenige maanden vertoefde, vertelt hij: »De Kaap de Goede Hoop ligt op 34 graden bezuiden de evennachtslijn en is van wijn en hoornschapen en ossen overvloedig voorzien; de inwoners, dia wij Holtentoiten noemen, hebben altijd geleefd van, den overvloed van de schapen, de koeien en de melk. Zij hebben van geen wijn noch koorn geweten, en aten in plaats van brood aardappels, die zij uit den grond graven. Ook zijn daar kool, rapen, wortelen, kweeperen, appelen, peren, en van het wildgedierte is daar de leeuw, de baviaan enz. De Kaap is een dorp, dat dient tot verversching der schepen, die naar Oost-Indië varen; de ligging van het land is bergachtig en kliprijk, de uiterste hoek van Afrika. De Nederlanders, die daar wonen, dragen de kleeding des vaderlands, waarmee zij uit Holland komen; of ook wel katoenen kleeden, die met de Oost-Indische retourschepen komen. Maar de Hottentotten nemen een of twee in de zon gedroogde schaapsvellen, die zij zoo terloops om den schouder hangen. Zij slapen ook in onder een hut van rijzen, zooals een bakoven. Men bouwt daar geen groote huizen, omdat de winden daar zeer sterk zijn, en fel van den Tafelberg waaien, bijzonder de Zuid-Oostenwind."

Na vijf maanden toevens aan de Kaap, ontmoette Sunderman een zijner landsheden, met name Nuckle, die bij den gouverneur bewerkte, dat eerstgenoemde met hem meê mocht gaan naar Oost-Indië. Toen hij een Oost-Indievaarder vroeg, hoe het in Oost-Indië ging, gaf deze hem ten antwoord: »Daar wonen een hoop mcnschenplagers (d. w. z. de drilmeesters van matrozen en soldaten), " »doch ik heb later ondervonden, dat er ook veel brave menschen wonen, want hoe anders zou ik geholpen zijn, " voegt hij er aan toe. Een ander waarschuwde Sunderman tegen het ongezond klimaat van Indië, dat sterk afstak bij het gezonde van de Kaap. Maar hij ging toch met Nuckle scheep. Na elf weken tijds kwamen zij te Bat.tvia aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Hoe Jzak sunderman naar Oost Jndie ging en daar krankenbezoeker werd.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's