GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVI.

BERTRiND LE BLLS.

»Zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk die u rekenschap afeischt van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreeze". Dit bevel des Apostels brengt altijd vele zwarigheden over de belijders van den Heere, maar vooral in dagen van vervolging. De martelaren van 's Heeren kerk bewijzen dit. Gods kracht is echter meestal in hunne zwakheid volbracht, zoodat die zwarigheden hen niet ontrouw konden maken aan hunnen Heiland.

Daar zijn echter martelaren geweest, die niet afgewacht hebben, tot hun rekenschap van de hope, die in hen was, werd gevraagd, maar uit zichzelven verantwoording van hun geloof hebben gedaan. Als dit in eenvoudigheid en kalmte geschiedt, is het niet tegen de Schrift. Sommigen echter zijn hierbij onbesuisd en onverstandig opgetreden met hunne belijdenis, zoodat zij andersdenkenden moesten kwetsen, zonder dat er eenige noodzaak toe was. Dit is niet goed te keuren, al kunnen wij sommiger drift en voorbarigheid verschoonen. Men moet in een tijd leven, waarin de waarheid opnieuw doorbreekt, terwijl haar geen ruimte door haar tegenstanders wordt gegeven, om te begrijpen, hoe de ziele soms kan geperst worden tot iets, waarvan men in kalmer oogenblikken zeggen moet: Die •h'eg moet ik niet gaan. Gelukkig, als de Heere dan zijn belijder niet verlaat in de volgende uren waarin lichtelijk ontspanning volgt op overspanning. Zulk een voorbeeld in Bertrand Ie Bras.

Hij werd ts Doornik geboren en was dus een Zuid-Nederlander. Als fliiweehvever verdiende hij het brood voor zich en zijn gezin in zijne vaderstad, zonder dat iets hem hinderde. Totdat het den Heere behaagde de oogen te openen voor zijne waarheid en toen achtte hij zich niet langer veilig te Doornik.

Hij begaf zich naar Wezel, in het hertogdom Kleef in Gulsch gelegen, om daar den Heere te dienen in de Fransche gemeente en zich te verheugen in het gehoor van het zuivere Woord Gods en het onvervalschte gebruik der Sacramenten. Zijne vrouw schijnt de waarheid in Christus niet toegedaan te zijn geweest. Zij bleef ten minste te Doornik wonen, niettegenstaande hij een en andermaal haar persoonlijk had gevraagd met hem mede te gaan.

Op het einde van 1555 trok onze Bertrand Ie Bias voor de derde maal naar Doornik, om zijne vrouw te bewegen hem te volgen. Vele broeders deden hem een eind weegs uitgeleide o. a. de predikant Mr. Lowys. Bij het afscheid vermaande deze hem te volharden in de ware leere en zich te wachten voor de afgoderij. In de plaats zijner bestemming aangekomen hield Ie Bias zich eenigen tijd rustig en werd hij ook van de tegenstanders niet gemoeid. Of dit hem verdroten heeft weten wij niet. Maar wel staat vast, dat hij op den eersten Kerstdag zijn huis verliet, zijne vrouw en zijn broeder vragende God voor hem te bidden, dat hij zijn goed voornemen tot een goed einde mocht volvoeren. Meer zeide hij niet, ofschoon hij zelf wel wist, wat hij wilde. Hij begaf zich naar de voornaamste kerk van Doornik, de O. L. V. kerk. Eerst wandelde hij om het koor, ten einde aan het hoogaltaar te komen en daar zijn plan te volvoeren. Omdat hem dit niet gelukte, begaf hij zich naar de parochie-kapel in genoemde kerk. Hier bleef hij eenigen tijd met gedekten hoofde staan op zekeren afstand van het aldaar. Toen echter de priester de zoogenaamde hostie ophief greep hij die met zijne handen en riep: »A.ch verdwaald volk, meent gij, dat dit Jezus Christus is, de waarachtige God en Zaligmaker.

Daarna nam hij den ouwel der mis, brak hem in zijne handen, wierp hem op den grond en trad hem met den rechter voet, daarbij verklarende: »Dit is om de eere Gods te bewijzen, en te toonen, dat het geene macht bezit." Ontzettend was de ontroering, welke zich van het volk meester maakte, bij het zien dezer dingen. Daardoor dacht niemand er aan, Bertrand te grijpen. Hij vluchtte dus door het volk heen, ontkwam echter niet, maar werd later gegrepen en gevankelijk naar den grooten toren van het kasteel van Doornik geleid. Onderweg naar zijnen kerker sprak hij het volk aan, om het te bewegen tot het geloof in den Christus. Toen de stadhouder van Doornik, die te dien tijde te Biez krank nederlag, hoorde wat Ie Bias gedaan had, klaagde hij: »Mijn God, hoe is het mogelijk, dat Gij u alzoo door eenen boef hebt laten behandelen? Waarom hebt Gij u niet gewroken? Helaas, hoe waart Gij zoo lijdzaam? Voor U, mijn God, beloof ik, dat ik mij zoodanig zal wreken, dat men er eeuwig aan denken zaU' En de daad bij het woord voegende, vloog hij, zonder aan zijne ziekte te denken, uit het-bed op, riep zijne dienaren en zeide, dat hij naar het kasteel te Doornik ging, teneinde Ie Bias' rechtsgeding te leiden. Bertrand werd voor hem gebracht en ondervraagd, en wel eerst, of het hem leed deed, dat hij de hostie zoo veracht had, dan of hij het nog wel zou willen herhalen. Bertrand antwoordde standvastig, dat hij, als het in zijne macht was, .het nog wel honderd malen zou willen doen, en, wanneer hij over zooveel levens te beschikken had, er honderdmaal voor zou willen sterven om de heerlijkheid en de eer van zijnen zaligmaker Jezus Christus. Naar zijne belijdenis gevraagd, gaf onze martelaar ook geen onzeker geluid. Alleen zijne medebelijders wilde hij niet noemen, niettegenstaande hij er driemalen voor gepijnigd werd. Eindelijk werd hij veroordeeld »om gesleept te worden op eene slede van de plaats, waar het vonnis over hem uitgesproken werd naar de groote markt in de genoemde stad, om aldaar op een schavot zijne rechterhand met gloeiende ijzers te doen drukken en desgelijks zijn rechtervoet, de tong te doen uitsnijden, daarna om het midden van zgn lichaam gebonden te worden aan eene wip en te worden gegloeid, verschroeid en verbrand, terwijl hij nog leefde met een zwak vuur, en daarna bij herhaling op en nèdergelaten te worden en eindelijk tot asch te worden verteerd.'' Dit vonnis werd aan hem voltrokken. Eerst werd zijne hand misvormd, daarna zijn voet, voorts hem de tong uitgesneden, om hem het spreken te beletten. Daarna beklom hij een ander schavot met een vastheid, alsof zijn voet genezen was. »Vervolgens werden hem de voeten en handen van achteren met een ketting om het midden van zijn lichaam vastgebonden, en hij alzoo over een flmw vuur op en nedergetrokken, wat — zegt het martelaarsboek — een schrikkelijk schouwspel was, om te zien"

De kapel waarin Ie Bias zijn daad gedaan had, werd onheilig verklaard en gesloten, het hout verbrand en de steen verbroken. En omdat de martelaar had erkend, dat hij alles te Wezel had geleerd, wat hij beleed, werd uitdrukkelijk verboden, dat iemand in die plaats mocht ver-. keeren, noch om koopmanschap, noch om andere redenen, op straffe van gezondigd te hebben tegen het bevel des Keizers.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's