GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

DuitSChland. Beweging onder de socialisten om te scheiden van de landskerk. Arbeid van Rome op sociaal terrein. Aanschrijving van het landsconsistorium van Hannover.

De sociaal democraten van Duitschland zijn druk in de weer om eene beweging op touw te zetten en levendig te houden om gedaan te krijgen, dat hunne geestversvanten der landskerk, waaraan de mcesten nog altijd verbonden zijn, althans met uitwendige banden, den rug toekeeren. In Berlijn en omstreken hield men daartoe vele vergaderingen, schoon het moderamen der sociaal democratische partij in den Rijksdag zich beslist tegen deze vernieuwde actie heeft uitgesproken. Wellicht vreezen de leden der socialistische groep in den Rijksdag, behalve andere dingen ook, dat het den keizer ontstemmen zal, wanneer hij den toeleg bemerkt, om met de kerk, waarvan hij sumepiscopos (opperste bisschop) is en die hij liefheeft, geheel te breken. Men schijnt van den keizer voor de oplossing van het sociale vraagstuk iets te verwachten, zoodat sommigen liever hun afkeer van de kerk wat inhouden, dan openlijk, aan den dag leggen.

Anderen kunnen zich echter daarin niet vinden en raden hunne partijgenooten: breek met de kerk, want zij is toch maar eene instelling om het papen' en jonkerdom omhoog te houden.

De ziel der beweging is het onlangs gekozen lid van den Berlijnschen gemeenteraad Vogtherr, de aanleiding tot de agitatie is, dat men wil gedaan krijgen, dat als de volkstelling plaats heeft, men te kennen geeft, tot geene kerk te behooren.

Het wachtwoord »breken met de kerk" is nu niet voor het eerst in het socialistische kamp gegeven. Reeds in 1872 werd op een socialistisch congres besloten, de leden der partij aan te bevelen uit de kerken, waartoe zij behoorden, te treden, omdat het aannemen van het programma der partij, breken met den godsdienst veronderstelde. Doch in 1875 hielden de leiders, op een congres te Gotha gehouden, het geraden, den slechten indruk van bovenvermeld besluit weg te nemen, door te verklaren, »dat de religie eene private zaak was, " d. w. z-eene zaak die ieder voor zich zelf' moest weten, en waarin de partij zich niet mengde. In eene socialistische brochure heette het echter, dat men ieder volwassen mensch het privilegie gunde om „zich naar believen een groote of kleine hoop dwaasheden in te beelden", ) maar toch, door den «vooruitgang in beschaving moesten ook de confessioneele vooroordeelen wijken." In 1878 had men weder eene beweging voor het verlaten der landskerk, die zich bijna uitsluitend tot Berlijn bepaalde; hofprediker Stöcker deed daarbij ook zijne stem hooren. Zeker ten gevolge van het optreden van Stöcker, om eene Christelijksociale arbeiderspartij te vormen, begonnen nu de sociaal-democratische woordvoerders in te zien. dat men den gakoesterden haat tegen alle religie moest verbergen; het ging zelfs zoover, dat in het socialistisch tijdschrift de Toekomst tegen het atheïstisch drijven van sommigen werd geijverd, terwijl men zocht aan te toonen, dat Christendom en sociaal-democratie elkander geenszins uitsluiten. Maar men kreeg toch van lieverlede van uit het socialistische kamp andere dingen te hooren, daar hetzelfde blad beweerde, dat het geloof aan een God, hoe ook gezuiverd en gerationaliseerd, nooit met ware democratie te vereenigen was; " in den staat van de toekomst is er voor eene kerk geen plaats. Ook leerde men, dat het Christendom te bestrijden is als zijnde vijandig tegen de ontwikkeling der menschheid.

Toch houdt een deel der partij het voor geraden om het masker voor te houden. Men weet: nog is het volk te zeer gehecht aan de kerk der vaderen, om openlijk te kunnen zeggen: gij moet met de kerk breken. Dit kwam nog uit op eene vergadering den roden September te Berlijn gehouden, waarbij de heer Vogtherr, voorganger eener zoogenaamde »freireligöse'' gemeente, een menigte van 2000 menschen toesprak, over het onderwerp: «uittreding uit de landskerk." Hij noemde den eisch, dat elk sociaal-democraat zonder onderscheid de landskerk te verlaten had, ondoelmatig. De schadelijke invloed van den godsdienst op het volksleven was niet te miskennen, maar men had met zoovele volkskringen te rekenen die nog niet verlicht waren. Het was, volgens den woordvoerder niet te ontkennen, dat in de streken, waar in plaats van de volksontwikkeling, »het papenwoord" heerscht, de sociaal-democratie geen ingang vindt. »De lieden loopen daar eerst naar de pastorie, om te hooren wat zij doen zullen. Met deze verhoudingen moeten wij rekenen.'' Eenige godslasterlijke dingen deed de voorganger hooren, van eene gemeente, die wij gerust eene van godsdienst vrije en niet eene vrije godsdienstige mogen noemen. O. a. beweerde de hoog verlichte man, dat men in geloovige kringen niet eens aan de almacJit van God gelooft, omdat men in dat geval de oplossing der sociale vraagstukken niet zelve in handen genomen zou hebben!

Na de voordracht volgde een discussie waarbij eene resolutie werd voorgesteld, waarin men uitsprak, dat elk overtuigd lid, ten spoedigste van de landskerk moest scheiden, om de schoolkinderen te ontheffen van de verplichting om godsdienstig onderwijs te ontvangen. Deze resolutie kon echter niet in stemming gebracht worden, want nadat een candidaat in de Godgeleerdheid het woord gevoerd had, om tegen het gesprokene op te komen, ontstond er zulk een tumult dat de vergadering moest uiteen gaan, terwijl de candidaat alleen onder bescherming der politie in staat was om ongedeerd aan de woede der vergaderden te ontkomen.

Heeft men wel eens van Roomsche zijde beweerd, dat in Roomsche streken de sociaaldemocratie geen bodem om in te wortelen vindt, als om dit te weerspreken, denkt men van af i October in twee sterken vestingen van het Ultramontanisme nl. Aken en Munster, socialistischen bladen uit te geven. De erkenning dat er streken in Duitschland zijn, waar men naar het het woord der leeraren van de Evangelische kerk luistert, zoodat het socialisme er geen ingang kan vinden, doet zien, dat, in welken knechtelijken staat de landkerk zich ook bevindt, zij toch nog op het platte land in menige streek een dam vormt, om de revolutionaire stroomen in bedwang te houden. Om dien dam door te breken willen de socialisten het wolvengehuil wat inhouden, om de schapen zoodoende in hunne macht te krijgen.

Toch is het niet te ontkennen dat de Roomsche kerk, vooral in Duitschland, zich veel aan de oplossing der socialistische vraagstukken laat gelegen liggen. Daarvoor levert het derde internationale congres »des oeuvres catholiques" te Luik gehouden, hel bewijs. De heer Woeste legde daar den vinger op de wond, toen hij sprak: »door drie vreeslijke kwalen wordt de arbeidende klasse geteisterd: door onverschilligheid ten opzichte van den godsdienst; door het ontbreken van den familiegeest, die alleen in staat is een zedelijk nageslacht te vormen, en door den sterken drank. Wij moeten trachten deze kwalen té bestrijden, meer door zelf te handelen dan door wetten.''

Terwijl Rome overal vereenigingen heeft gesticht om het socialisme te bestrijden, die pogingen doen om een beteren toestand voor den werkman te scheppen, komt in Duitschland de Evangelische kerk achteraan. Toch blijkt uit een rondgaand schrijven van het landsconsistorium van Hannover, gelijk uit vele andere stukken, waarvan wij een enkel maal melding maakten, dat de oogen der Evangelische kerk beginnen geopend te worden voor de gevaren, die de uitbreiding van het socialisme, ook op het platteland, voor het volksleven met zich brengt. Genoemd stuk eindigt met deze woorden:

; > Wij noodigen de predikanten met hun kerkeraden uit tot eene bespreking, hoe het in hunne gemeenten gesteld is, met betrekking tot de maatschappelijke nooden, welke kwalen en gebreken aan den dag treden en wat te doen is om het gemeenteleven te wekken en te beoordeelen.

Omtrent het resultaat dezer bespreking behoort binnen zes weken aan den superintendent een uitvoerig bericht te worden gezonden, waarin ook antwoord dient gegeven op de volgende vragen:

1. Hoever is de sociaal-democratische beweging reeds in de gemeente gedrongen; hoeveel aanhangers telt zij; van wie gaat de leiding uit; waardoor wordt zij bevorderd en kan men ook bemerken dat daarbij politieke drijfveeren in het spel zijn?

2. Wanneer in de gemeente de sociaal-democratische beginselen nog niet doorgedrongen zijn, zijn er dan soms in het maatschappelijk leven of in de nooden der arbeidende klasse, in de verhouding van werkgevers en werklieden tot elkander, of in het godsdienstig zedelijk leven der gemeente, oorzaken waardoor deze beweging ingang zou kunnen vinden ?

3. Hoe meent de predikant in prediking, catechetisch onderwijs en behandeling der zielen voor de oplossing van het sociale vraagstuk gearbeid te hebben en wat-kan daarvoor verder geschieden ?

4. Zijn er in de gemeente menschen, die geheel en al van de kerk vervreemd zijn, en welke houding neemt de predikant tegenover hen aan ?

5. Zijn er in de gemeente vereenigingen en inrichtingen ter bevordering van weldadigheid of van het zedelijk en christelijk leven of tot wegname van treurige toestanden op stoffelijk of zedelijk gebied, en welke betrekking bestaat er tusschen deze vereenigingen en den predikant met den kerkeraad?

6. Wat is reeds geschied om het gemeenteleven te bevorderen ? "

Al zouden wij deze aanschrijving gansch anders willen, toch bevat zij goede elementen, waarin wij ons kunnen verheugen al beseffen

wij ook volkomen, dat de kerk in Duitschland vrijgemaakt zal moeten worden om krachtig te kunnen arbeiden ter breideling van den revolutiegeest, die in de sociaal-democratische beweging steeds sterker op den voorgrond treedt.

Italië. Groot opzien heeft de overgang van Dr. Marsilli tot het Protestantisme verwekt. Don Lodovico Marsilli las als priester van Milaan nog voor 5 dagen de mis in de Santé Mariakerk van Milaan en verklaarde onder een verbazenden toeloop van nieuwsgierigen, dat hij zich losmaakte van de Roomsche kerk, waarna hij door den predikant Bisesti, die ook vroeger Roomsch priester was, in de gemeenschap der Evangelische kerk (welke? ) werd opgenomen. Een pijnlijken indruk maakte het, toen daarop Marsilli zelf het woord nam en met heftige uitvallen tegen de Roomsche kerk en het pausdom, verhaalde, hoe hij veranderd was. «Het is waar", zoo riep hij zijn verbaasd gehoor toe, »dat ik tot voor 5 dagen nog priester en biechtvader was, maar ik heb nooit datgene geloofd, wat ik zeide." Ten slotte noodigde Marsilli, die thans predikant worden wil, alle Roomsche priesters uit om Rome den rug toe te keeren.

Dat de rede van Marsilli een pijnlijken indruk maakte, kan men wel aannemen. Een man, die verklaart, dat hij nooit geloofd heeft datgene wat hij sprak, is zeker de man niet om sympathie te wekken, en te betreuren zou het zeker zijn, dat men in een of andere Protestantsche kerk den dienst van Marsilli zoo maar ging aanvaarden. Men heeft in Italië heel wat treurige ervaring opgedaan omtrent mannen, die de Roomsche kerk verlieten om een af ander Evangelisch of Protestantsch kerkje te dienen.

Graaf Henry di Campello, die ook een viertal jaren geleden van de Roomsche kerk scheidde, waarin hij door vier Roomsche priesters gevolgd werd, heeft zich sedert twee jaren in de armen van de Engelsche Episcopalen geworpen, door welke hij thans gesteund wordt. Onder de vier priesters' die denzelfden stap deden als hij, bleken er twee menschen te zijn, die het aan allen ernst ontbrak. Van de twee overgeblevenen nam een de benoeming tot hoogleeraar in de philosophic te Aquila aan, zonder echter op te houden graaf Campello te helpen in zijn arbeid.

WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's