GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLVII.

GEORGE TARDIF, NICOLAS GUYOTET, JEAN CAILLOU en NICOLAS DE JAINVILLE.

Hendrik II erfde, bij den 'dood zijns vaders Frans I, den troon van Frankrijk en trad ook in diens voetstappen, waar het de vervolging der Protestanten gold. Ja, onder zijne regeering werden dezen nog gruwzamer vervolgd dan onder die van zijn vader. Voornamelijk werd hij hiertoe aangehitst door Diana de Portiers, zijne minnares, welke die menschen niet kon verdragen, maar wier leer haar leven en dat van het gansche hof moest veroordeelen. Een kettergericht werd aangesteld en eene vervolging brak uit, die tot hiertoe haars gelijke in Frankrijk niet had gehad. Doch hoe bitter de vijand mocht woeden, de plante der Hervorming wies steeds hooger op en werd een boom. Over gansch Frankrijk waren de vele kerken der reformatie verspreid, aan welke Geneve hare zorg besteedde. Maar ook vele martelaren vielen. Onder dezen behoorden ook George Tardif, Jean Caillou, Nicolas de Jainville en Nicolas Guyotet.

De drie eerstgenoemden hadden reeds lang te Parijs gevangen gezetenj toen de dreigingen des konings het parlement zoo beschroomd maakten, dat het 't vonnis over hen niet langer durfde uitstellenc Het veroordeelde ze ter dood en zond ze naar de plaatsen, op wier rechtbank zij zich beroepen hadden.

George Tardif werd naar Sens in Bourgogne overgebracht, en daar gedood. Zijn marteldood bouwde vele geloovigen op in hun allerheiligst geloof.

In diezelfde stad Sens, werd terzelfder tijd Nicolas Guyotet, van Neufville geboortig, gevangen genomen. De groote vijand van de ware kerk, de rechterlijke beambte Robert Hymard, nam hem bij verrassing gevangen onder Gye en veroordeelde hem, om levend verbrand te worden. De martelaar onderwierp zich aan dit vonnis, weigerende zelfs in hooger beroep te gaan.' Gods macht verheerlijkte zich in zijne standvastigheid tot den dood toe.

Jean Caillou, borduurder van zijn ambacht, werd met 5 è, zes anderen gevangen genomen, toen zij met elkaar uit eèn bosch, dicht bij de stad Tours, terugkwamen, waar zij gebeden hadden. Meermalen moest hij verschijnen voor de rechters. Bij eene dier gelegenheden vroeg hij de vergunning God aan te roepen, voor hij zijn geloof ging belijden, opdat hem kracht en wijsheid gegeven mochten worden, om dit naar waarheid te doen. Men durfde dit verzoek niet af te slaan. Hij begon met belijdenis van zijne zonden en inroeping van , de genade des Heiligen Geestes. Toen bad hij de gebeden, welke in de Fransche kerken gewoonlijk gebeden werden. Hij bad voor alle_ standen, voor den koning, voor het behoud zijns koninkrijks, voor de overheden, voor al de nood van armen en bedroefden en dat met eenen bijzonderen ijver. Daarop liet hij de twaalf geloofsartikelen volgen. Toen stond hij op en beant^voordde de vragen die hem gedaan werden, en wel zoo vriendelijk en bescheiden, dat de harten van velen geroerd werden tot tranen stortens toe. Zij gaven genoeg te kennen, dat zij hem gaarne hadden bevrijd. Maai-de dood was over hem besloten. Alzoo stierf hij in het martelvuur.

De vierde martelaar, van wien wij nu hebben te spreken is Nicolas de Jainville in Champagne. Deze man was uit Geneve teruggekomen, om eenig geld in te vorderen, toen zijn eigen vader hem bij de ambachtsvrouw dier plaats aanklaagde. Hij was nog zeer jong, en, ofschoon een eenvoudige schoenmakersgezel, zeer ervaren in de Heilige Schrift. Nadat hij eenigen tijd op het slot der genoemde vrouw eenigen tijd gevangen gezeten had liet zij hem veroordeelen, aangezien hij Jezus Christus beleden had, om de tong uitgesneden en levend verbrand te worden. Zelve was zij bij dit vonnis tegenwoordig, maar niet zichtbaar. Zij had zich namelijk verborgen achter' de gordijnen van een bed, waarschijnlijk omdat zij de rechters niet vertrouwde.

Nauwelijks was 't vonnis uitgesproken, of de-beul, die daar tegenwoordig was, wilde denzelfden dag de straf aan hem vohrekken. Daartoe merp hij hem een strik om den hals. Maar de martelaar deed dien tweemalen af en beriep zich op eene andere rechtbank. Toen hij zag, dat hem ten derden male het koord om den hals geslagen werd, dacht hij dat zijn appèl niet geldig was en zeide, dat hij niet op zijn appèl bleef staan, waarna hij uitriep: «Geloofd zij God, want ik ben nu met eene hemelsche orde versierd!" Daarop beraadslaagden de rechters te zamen en besloten, ofschoon de VÏOUW verlangde, dat meff zijn beroep voor nietig zou verklaren, dat het beter was, hem Doch hierbij had veel smar-aan het hof op te zenden. telijks plaats.

Nauwelijks zag zijn vader hem op de kar zitten of hij kwam tot hem en sloeg hem. Een der beambten berispte den vader zeer ruw en sloeg hem. Maar den jongen man mishaagde • dit] zeer; hij zeide: »Mijnheer, ik bid u in den naam des Heeren, dat gij mijnen vader niet beleedigt, want hij heeft ilnacht met mij te doen wat hij wil." De rechter antwoordde: sBooswicht, nu heb ik spijt, dat ik u niet geslagen heb." Nicolas hernam: »Dit heb ik veel liever, want ik weet zeker, dat mijn vader uit onwetendheid gehandeld heeft." Op de reis van Jainville naar Parijs stopte men hem telkens, als men aan een stad of dorp kwam, een ijzeren bal in den mond. Toch ondersteunde de Heere hem zoodanig, dat hij met stoutmoedigheid en vrij verstaanbaar het woord des heils aan anderen verkondigen kon en daarbij de reden opgeven, waarom men hem zoo wreed behandelde. Te Parijs aangekomen zijnde, bracht hij eenigen tijd in de gevangenis door en beleed er de waarheid des Evangelies met bewonderenswaardigen moed. Eindelijk vernam hij, dat hij ter dood veroordeeld was. Van dat oogeiAlik hield hij niet op God te prijzen, oindat Hij hem de eere aandeed voor Zijne eere te mogen lijden en sterven. Toen hij naar Jainville was teruggebracht, werd hij aan den moedwil zijner vijanden prijs gegeven, zoodat hij op jammerlijke wijze den marteldood stierf. Hij mocht echter volstandig blijven tot den einde toe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's