GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLIX.

NICOLAS LE CENE en PIERRE GABART.

Tegelijk met de drie hlervoren genoemde martelaren waren op dezelfde plaats en in dezelfde samenkomst nog andere hoorders gevangen genomen, waaronder zich ook Nicolas Ie Gene en Pierre Gabart bevonden. De eerste, afkomstig van St. Pierre aan de Dyne, niet ver van Lisieux in Norraandië gelegen, iwas dokter. Zoodra hij te Parijs favara, hoorde hij nog d'enzelfden dag van de samenkomst, die in de St. Jacobstraat zou gehouden worden. Daar hij een man was, die zeer begeerig was naar de waarheid, kwam hij er dadelijk. Kort daarop kwamen de vijanden in de zaal der samenkomst en grepen ook hem, die tot zijnen dood toe de waarheid van het EvangeHe beleden heeft. De strijdgenoot van Nicolas Ie Gene, die ook gelijk met hem den marteldood is gestorven, was Pierre Gabart, die geboortig was van St. George de Montargis (Vendee) in Poitou, welke een procureur was. Toen hij in de reeds meermalen genoemde samenkomst der gemeente gevangen genomen werd, was hij ruim dertig jaren oud. Zijne standvastigheid droeg rijke vruchten voor de andere gevangenen. Studenten, die met hem in denzelfden kerker zaten en onderling veel spraken over de wijsbegeerte, vermaande ^"j; zeggende: «Neen, neen, wij moeten dit alles vergeten en zien, hoe wij de hemelsche waarheid van onzen God kunnen handhaven; wij zijn hier om het rijk van onzen Heere Jezus Christus te verdedigen. Daarop begon hij hen te onderwijzen, hoe zij op ieder punt moesten antwoorden, en wel zoo helder engepast, alsof hij zijn gansche leven niets anders gedaan had, dan Theologie onderwijzen. Nadat hij van zijne lotgenooten gescheiden was, bracht men hem in de hatelijkste cel, die zich denken laat, met name Find'aise, vol onreinheid en ongedierte. Desniettemin hield hij niet op psalmen te zingen en vertroostingen uit 's Heeren Woord luide uit te roepen, opdat hij door de anderen zou gehoord worden. O. a. had hij bemerkt, dat naast hem gevangen zat een neef van hem, een jong kind. Terstond begon hij met hem te spreken en te vragen, wat hem de rechters gevraagd hadden. Het kind antwoordde hem, dat men hem had gedwongen voor een geschilderd kruis • te knielen. Verontwaardigd hierover, riep Gabart hem toe : «Ondeugende jongen, heb ik u niet de bevelen Gods geleerd en weet gij dan niet meer wat er in het 2e gebod staat ? " Hierop verklaarde hij hem dit gebod met luider stemme.

Onze martelaar onderging verschillende verhooren, waarin hem o. a. gevraagd werd: «Werd er in het huis, waarin gij gevangen genomen zijt. Avondmaal gehouden? Antw.: Ja zeker, omstreeks 9 a 10 uur 's avonds. Vr.: Wat deed men voor het Avondmaal ?

Antw.: Iemand begon te bidden, terwijl de overigen geknield lagen, en dat met luider stemme, zoodat iedereen hem verstaan kon. Daarop predikte hij over i Cor. II en verklaarde ons de instelling des Avondmaals door onzen Heere Jezus Christus. Daarna gaf hij brood en wijn, zeggende: «Gedenk, dat Jezus Christus voor u zijn lichaam gegeven en zijn bloed gestort heeft." Eindelijk dankten allen God voor zulk eene weldaad.

Vr.: Hoeveel menschen waren er in de kamer r Antw.;

Daar heb ik geen acht op geslagen.

Vr. Hielden ook de edellieden, de dames en de anderen, die gevangen genomen zijn, ook Avondmaal? Antw, : Daar waren er tenminste, die mede aanzaten aan de tafel.

Vr.: Zoudt gij ze herkennen, indien gij ze zaagt ? Antw.: Neen.

Vr.: Wie was de predikant ? Antw.: Ik kende hem niet, want hij was ook slechts doortrekkende.

Vr. Hebt gij ooit in genoemd huis dien predikant of een ander hooren prediken ?

Antw.: Neen.

Vr.: Hebt gij vroeger te 5t. Germain des Prez of voor het college van den koning van Navarre hooren prediken? Antw.: Ik ben in verscheidene plaatsen geweest, om het Woord Gods te hooren, maar waar kan ik niet zeggen. Meestal werd er uit het N. T. gepreekt.

Daarop kwam het gesprek op de mis en de transsubstantiatieleer, toenmaals het schibboleth der Roomsche kerk. Wij behoeven niet te zeggen, dat beide door den martelaar werden bestreden als strijdig met de Heilige Schrift, zooals ook de voorbiecht. Verschillende punten kwamen hierbij ter sprake, o. a. de beteekenis van de woorden : «Dat is mijn lichaam", de leer van de alomtegenwoordigheid der menschelijke natuur, enz. Gabart toonde zich in zijne antwoorden de Gereformeerde belijdenis toegedaan, die hij ongetwijfeld te Geneve, waar hij twee jaren vertoefd had, had leeren verstaan.

Op eenen anderen keer wilde men hem tegenover zijnen neef hooren. Men verlangde, dat hij eerst zou zweren bij God en het lijden des Heeren, daar op prent afgebeeld. Hij weigerde echter dit laatste besKst.

De ondervragingen van Le Gene liepen over dezelfde onderwerpen. Toen bleek, dat beide martelaren bij de waarheid volhardden, werden zij ter dood veroordeeld. Daarop volgde de pijnbank.

_ Toen zij van hier naar de kai)el waren gebracht, boden zich priesters aan, om hun de biecht af te nemen. Beiden antwoordden, dat zij voor God alleen gewoon waren te biechten. Toen zongen ze samen psalmen en baden.

Na het eten vroeg een deurwaarder van het hof, met het oog op hen, aan een klerk van de grifhe, of die menschen niet geloofden aan God en het lijden van Christus. Hierop antwoordde de aangesprokene, dat zij alles geloofden wat in het O. en N. T. stond, maar niet de geboden der kerk. Dat hoorende, riep Le Ceiie; Het is niet de kerk Gods, maar het Pausdom, dat in die geboden spreekt." Op dat zeggen schoten verscheidene geleerden toe, onder welke twee Franciscanermonniken, om hem te pkigen en te kwellen. Een der laatstgenoemden bood hem een houten crucifix aan, maar hij wees het at. De monnik nam hieruit aanleiding om over de beelden te spreken. De martelaar herinnerde, dat de Heere ze verboden had. De monnik hernam, dat God ze gegeven had tot herinnering. Le Cene antwoordde: «Waarom raadt ge de menschen ze te_ kussen en te vereeren ? Is dit niet tegen het 2e gebod? " Toen de tijd voor de uitvoering van het vonnis gekomen was, werd Le Cene en Gabart meegedeeld, dat, als zij hunne belijdenis herriepen, zij eerst zouden worden geworgd en daarna verbrand; doch zoo niet, dan zouden zij levend verbrand worden, nadat hunne tongen uitgesneden zouden zijn. Daar zij niet voornemens waren te herroepen, staken zij vrijwillig hunne tongen uit. Terwijl deze hun ontnomen werden, zuchtte Gabart, omdat hij nu God niet meer met de tong kon prijzen; doch Le Cene troostte hem door een beweging met zijn hoofd.

Zoo mishandeld, werden de beide martelaren, op een wagen naar de voorstad St, Germain gebracht. Het woedende gepeupel achtervolgde , ze jrnet allerlei lasteringen, en wilde zelf het vonnis uitvoeren. Het werd nauwelijks hiervan teruggehoudea. Intusschen werden de martelaren hoog in de lucht gehouden boven een klein vuur, zoodat toen de onderste leden geheel verbrand waren, de bovenste nog geheel ongedeerd bleven. Onder al deze kwellingen hieven de lijders de hoofden naar'den hemel en toonden hierdoor, dat zij ten einde toe volstandig bleven. Tegelijkertijd werden vele bijbels, nieuwe Testamenten en andere boeken verbrand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's