GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXXXII.

PERRETTE CURTET.

Antoine Chanorrier des Merenges was leeraar in Frankrijk. Toen de vijanden der waarheid zich opmaakten, om hem_ te vervolgen, ontvluchtte hij hunnen haat naar Montargis. Zijne vrouw zou hem later volgen. Pierre Gonge, wijngaardenier te Baule les Orleans, had met Des Merenges afgesproken, dat hij zijne vrouw, Perrette Curtet, die zich als boerm had verkleed, zou begeleiden naar de schuilplaats haars echtgenoots. Nadat zij buiten de stad gekomen waren, bracht Gonge haar naar het dorpje Mardye (30 mijlen van de bovengenoemde stad gelegen), waar zij des avonds zouden vertoeven. Zij namen hun intrek bij zekeren Julien Goron, wiens huis een weinigje van het dorp verwijderd lag, dicht bij de rivier de Loire. Gonge deed het toen voori«omen, alsof hij een rijtuig voor haar wilde halen. Werkelijk echter begaf hij zich naar zekeren Alexis, eenen gerechtsdienaar dier plaats, met wien hij eenen afspraak maakte, om Perrette Curtet, eene kettersche, zooals hij haar noemde, te dooden. In hun complot namen deze mannen - rog op Alexis' broederen schoonbroeder. De e(a: .iie was CoÜn, schoolmeester van Escu du Pont; de naam van den ander wordt ons niet genoemd. Wat tusschen dit OTiwéiardig viertail werd afgesproken, bleek Na het avondeten hoorde Perrette's gastvrouw (de gastheer was uit) aan de deur kloppen. Zij deed open. De drie broeders kwamen binnen en richtten tot de predikantsvrouw de vraag: ^Zijt gij niet vrouwe Des Merenges ? " sja", antwoordde zij. Toen hernamen de mannen: »u zoeken wij". Tegelijk staken zij hunne handen uit naar de vrouw, ontdeden haar van bijna al hare kleederen en beroofden haar van haar geld en ringen. Daarop brachten zij haar naar de rivier. Aan den oever staande, riepen zij haar onder vloeken en turen toe: ^Biecht". De vrouw, reeds gissende, wat men haar wilde doen, antwoordde: sik bid u, laat mij tot mijnen God bidden, als gij voornemens zijt mij te dooden." Zij belachten haar en zeiden : sBid dan, opdat wij mogen hooren, hoe gij bidt." Zij bad en beval haar ziel den Heere aan. Hare vijanden hoorden haar, want zij sprak Fransch. Een hunner vloekte en zeide: «Hebt gij niets anders te zeggen r" Toen zich tot de anderen wendende, riep hij: sLaat ons haar in de rivier werpen, laat ons haar in de rivier werpen !" Zoo gezegd zoo gedaan. De een greep haar bij de armen, de ander bij de voeten en zoo stortten zij haar in de rivier. Daarna wierpen zij ijsbrokken op om haar te dooden en gingen heen. Doch toen zij merkten, dat de vrouw zich op een ijsschots had gewerkt om zich te redden, kwam Gonge terug en doodde haar.

Niemand zou dit geweten hebben, indien Gonge zelf dit niet liad bekend in de gevangenis van de hertogin van Ferrara, waar hij om deze daad opgesloten was. Desniettemin is hij hiervoor niet gestraft, noch door den schout van Montargis-, noch door den rechter van Orleans. Integendeel werd hij, losgelaten en dat alles uit haat tegen de waarheid, waarvan Chanorrier des Merenges de prediker was..

Hfet lijk van Perrettb \via-d Söéx hfet watfer nTOegevoteatl tot de plaats, waar Des Merenges woonde Verscheidene menschen zagen en herkenden het. Het werd toen uit het water getrokken en begraven.

PIERRE HAMON.

Gedurende de scherpe vervolging, welke in 15Ó9 te Parijs plaats had, werden verscheidene aanzienlijke personen, die trouwe belijders van de waarheid waren, gevangen genomen en hunne huizen geplunderd en verwoest. Onder dezen behoorde ook Pierre Hamon. Deze man was in Frankrijk, ja in Europa, zeer beroemd door de gave die hij bezat, om in allerlei soorten van letters te kunnen schrijven. Van hem is er nog een werk overgebleven, van zijne kunst handelend. Zelfs _ genoot hij de eer koning Karel IX te leeren schrijven, die hem daarna tot zijnen secretaris benoemde.

Op aandrang van eenige hem kwalijk gezinde heeren, die hem om zijne belijdenis haatten, werd hij op zekeren dag in zijn huis, in de voorstad St. Germain gelegen, gevangen genomen. Ten einde eenen schoonen schijn aan deze wederrechtelijke daad te geven, lieten zij tegelijk allen, die van de religie waren en in de voorstad woonden, gevangen nemen. Zelfs de vrijbrief, die Hamon van den koning had, kon hem niet redden.

Zij deden dit (zooals het gerecht wilde) onder voorwendsel, dat zij belast waren met het zoeken naar eenige geschriiteu in het huis van Hamon. Deze geschriften werden gevonden en bevatten verscheidene gesprekken, die hij met den koning gehouden en daarna opgeschreven had. Onder andere vond men een gedichtje op het devies van den koning: sVroomheid en gerechtigheid" van dezen inhoud:

sSire, al kfent raén uw dëVies nitet-, tdch ziet men er aan, dat gij God lief hebt en de gerechtigheid mint. Kondet gij uwen wil doorzetten, ik geloof, dat er heel wat in kerk en staat zou veranderen.

Maar helaas, uw volk kent God niet en gruwt van de zuivere waarheid, daarom heerscht in Frankrijk onrecht in plaats van recht, terwijl uwe rechters recht spreken, zooals Guise dit wil,

Sire, vergeef mij de vrijmoedigheid, waarmee ik u toeroep, dat gij geen recht heb op dat schoone devies: Vroomheid en Gerechtigheid.

Och, dat gij de afgoderij bondet, en het parlement reformeerdet, het eerste om hare goddeloosheid, het andere om zijn onrecht."

Toen Hamon gevangen genomen werd, v/aren er nog drie van de rehgie bij hem. Doch dezen ontkv/amen, terwijl hij weggeleid werd naar den kerker, waar al de andere geloovigen uit de voorsteden en de stad, met name de heer Croquet, de heeren Gastines (vader en zoon), waren gebi-acht.

De koning, die op dien tijd juist te Metz was, schreef ten gunste zijns dienaars verscheidene brieven, doch dit baatte niet. Eenige maanden later werd hij op de Place de Greve te Parijs ter dood gebracht, nadat men eerst in zijne tegenwoordigheid de bovengenoemde papieren en zijn proces had verbrand. Hij verzocht zeer dringend, dat, indien iemand van de omstanders tot den koning in eenige betrekking htond, hij van hem bij dezen zouden getuigen, dat hij in de ware kennis en trouwe belijdenis van Gods Woord en als trouw onderdaan des koning; -! was gestorven. Vervolgens sterkte hij zich in zijnen - God en begon eenige psalmen te zingen. Toen werd hij geworgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's